Genesis 19:24-25

Sodom en Gomorra omgekeerd

Als Lot in Zoar is aangekomen, laat de HEERE “zwavel en vuur over Sodom en Gomorra regenen” en keert Hij “deze steden en heel de vlakte ondersteboven”. De vrouw van Lot is wel meegegaan met Lot, maar ze stoort zich niet aan het bevel dat gegeven is om niet achter zich te kijken (Gn 19:17). Ze kijkt wel achter zich en wordt een zoutpilaar, een gedurig gedenkteken, een baken dat tot bezinning oproept.

Zo past de Heer Jezus het toe: “Denkt aan de vrouw van Lot” (Lk 17:32). Hij zegt dat als waarschuwing om het hart niet te zetten op de dingen van de wereld en onze tijd en aandacht en energie niet te verkwisten door ons leven te vullen met eten en drinken en kopen en verkopen, met planten en bouwen. We kunnen er niets van meenemen in de dag van het oordeel. Het komt allemaal om.

Zo zegt de Heer het in de verzen die in Lukas 17 aan het waarschuwende voorbeeld van de vrouw van Lot voorafgaan: “Evenzo, zoals het gebeurde in de dagen van Lot: zij aten, zij dronken, zij kochten, zij verkochten, zij plantten, zij bouwden; op de dag echter dat Lot uit Sodom ging, regende het vuur en zwavel van [de] hemel en verdelgde hen allen. Op dezelfde wijze zal het zijn op de dag dat de Zoon des mensen wordt geopenbaard. Wie op die dag op het dak zal zijn en zijn huisraad in huis, laat hij niet naar beneden gaan om het op te halen; laat hij die op het veld is, evenmin terugkeren naar wat achter hem ligt” (Lk 17:28-31).

De Heer Jezus heeft ook gezegd dat Sodom zich zou hebben bekeerd als de wonderen die Hij in Kapernaüm gedaan heeft, in Sodom gebeurd zouden zijn, en dat “het tot op heden zou zijn gebleven” (Mt 11:23). Waarom, zo zouden we ons kunnen afvragen, heeft Hij dat dan niet gedaan? Omdat Sodom en Gomorra naar de wijsheid van God een volmaakt bij hen passend getuigenis van Gods openbaring hebben gehad.

Zij hebben Gods getuigenis in de schepping gehad (Rm 1:19-20). Maar zij hebben zich niet voor God gebogen. Zij hebben naar hun verdorven aard gehandeld en zich niets van Gods openbaring in de schepping aangetrokken. Op grond van die verwerping van Gods getuigenis zullen ze geoordeeld worden. Zo wordt elk volk onderworpen aan een test van hun gehoorzaamheid aan God op een wijze die volkomen aansluit bij hun verantwoordelijkheid.

Copyright information for DutKingComments