Genesis 2:10-14

Een rivier stroomt uit het paradijs

In de hof ontspringt een rivier. Deze bevochtigt eerst het paradijs. Vanuit de hof verdeelt de rivier zich in vier stromen. Het getal vier is het getal van de aarde (Op 7:1a; Op 20:8). De rivier is een kanaal van zegen. Hier zien we dat vanuit de hof de zegen over de hele aarde stroomt. In de toekomst, in het duizendjarig vrederijk, zal er uit de directe tegenwoordigheid van God, uit de nieuwe tempel, een stroom van levenswater vloeien (Ez 47:1). Deze stroom zal leven en genezing geven (Ez 47:9; Op 22:1-2).

In deze stromen kunnen we een beeld zien van de verfrissende en rijke werking van Gods Geest, Die met stromen van levend water wordt vergeleken (Jh 7:38-39). Daardoor kan de gelovige nu al geestelijk genieten van wat straks op aarde algemeen wordt genoten.

Eden is de oorsprong van zegen voor de hele aarde die deze zegen door de rivier die uit Eden stroomt op een viervoudige wijze ontvangt. Dat het een overvloedige zegen is, blijkt al uit de naam van de eerste zijrivier. “Pison” betekent ‘vrij stromende’, ‘rijkelijk stromende’, ‘overstromende’. Dat kan ook worden gezegd van de zegen van God voor de gelovige, want Hij heeft hem gezegend met “alle geestelijke zegening in de hemelse [gewesten] in Christus” (Ef 1:3). Er staat “alle” en dat is ook echt alle. Het is alles wat God heeft kunnen bedenken om Zijn zonen te geven. Dat kan niet anders dan rijk en overvloedig zijn.

De Pison stroomt “rond heel het land van Havila”. ‘Havila’ betekent ‘zandland’. Dat wijst op het aardse bestaan van de mens. Maar in dat ‘zandland’ is “goud” aanwezig, waaraan nog wordt toegevoegd dat dit goud “goed” is. Verbonden met de rivier die eromheen stroomt, doet het denken aan het werk van Gods Geest, waardoor de gelovige, die leeft in ‘zandland’, Gods Woord als “een grote buit vindt” (Ps 119:162). Gods Woord is kostbaarder dan goud (Ps 19:11; Ps 119:72; 127). Goud spreekt ook van de heerlijkheid van God en van Christus. Door de Geest wordt die heerlijkheid door middel van Gods Woord aan ons voorgesteld. Dat is het ‘goede goud’.

In het land Havila is ook “balsemhars en de [edel]steen onyx”. Balsemhars doet denken aan het manna (Nm 11:7) en daardoor aan de Heer Jezus als het brood van het leven (Jh 6:31-33). De edelsteen onyx komt voor op het borstschild van de hogepriester (Ex 28:20) en bepaalt ons bij de Heer Jezus als onze Hogepriester in de hemel.

De naam van de tweede rivier is “Gihon”, wat ‘doorbraak’ betekent. Deze rivier stroomt door “heel het land Cusj”. ‘Cusj’ betekent ‘donkerkleurig’ of ‘zwart’. Dat doet denken aan de mens in de zwartheid van zijn zonden aan wie de Geest van God werkt om hem te zegenen. Van deze werkzaamheid van Gods Geest is geen mens uitgezonderd.

De derde rivier heet “Tigris”, wat ‘pijl’ of ‘pijlsnelle’ betekent. Deze rivier loopt ten oosten van Assur. Assur – later Assyrië genoemd – openbaart zich in de Schrift als een opstandeling tegen God en de vijand van Gods volk (Js 10:5; Js 10:12). Maar ook tot dit vijandige volk komt de genade van God op ingrijpend snelle wijze (Js 19:23-25).

De vierde rivier heet “Eufraat”, wat ‘lieflijke’ of ‘zoet water’ betekent. Waar deze stroomt, wordt hier niet vermeld. De Eufraat zal in het vrederijk de noordoostelijke grens van Israël zijn (Gn 15:18). Dit bepaalt ons opnieuw bij de algemene zegen die God voor ieder mens en voor de hele aarde heeft. Om er deel aan te krijgen zijn bekering en geloof nodig, maar de oproep daartoe mag dan ook aan alle mensen, zonder uitzondering, worden gedaan.

Copyright information for DutKingComments