Genesis 2:21-22

Adam krijgt zijn vrouw

Voordat Adam het gemis aan zijn vrouw voelt (Gn 2:20b), heeft God al het voornemen uitgesproken hem die te geven (Gn 2:18). Adam geeft de dieren namen. Een naam geeft uiting aan het karakter van het dier. Hier blijkt het diepe inzicht dat Adam in Gods werken heeft.

Het woord “hulp” is niet een geringschattende uitdrukking voor de vrouw, zoals wij soms spreken over een ‘hulpje’. God Zelf wordt ook “Hulp” genoemd (Ps 33:20; Ps 70:6; Ps 115:9). Dat zij is “als [iemand] tegenover hem”, wil zeggen dat ook zij naar Gods beeld is geschapen (Gn 1:27).

Dan gaat God Adam zijn vrouw geven. Dat doet God niet door Eva net als Adam uit het stof van de aarde te formeren. Dan zou zij onafhankelijk van Adam zijn. Hij vormt Eva uit Adam. Dat doet Hij niet uit zijn hoofd, want zij is niet zijn meerdere. Hij maakt haar ook niet uit zijn voeten, want zij is niet zijn slavin. Hij vormt haar uit zijn zijde. Daardoor is zij iemand die gelijkwaardig is en naast hem staat. Ze is zijn “tegenover”, zoals er letterlijk staat.

Om Adam zijn vrouw te kunnen geven legt God hem in een diepe slaap, een doodsslaap. We hebben hier een prachtig beeld van de wijze waarop de Heer Jezus de gemeente als Zijn vrouw heeft gekregen. Dat is door Zijn dood aan het kruis (Ef 5:25).

Door Adam eerst te vormen en daarna Eva stelt God de rangorde vast die Hij in de schepping gehandhaafd wil zien. Hiermee bepaalt Hij dat de man het hoofd van de schepping is en ook van de vrouw. Paulus trekt die conclusie ondubbelzinnig in zijn eerste brief aan de Korinthiërs en in zijn eerste brief aan Timotheüs, terwijl hij ook aangeeft met welk doel de vrouw is geschapen (1Ko 11:8-9; 1Tm 2:11-13).

Copyright information for DutKingComments