Genesis 27:3-4

Inleiding

Izak is in dit hoofdstuk een beeld van een gelovige die in het land woont, dat is de gelovige die gezegend is met alle geestelijke zegening in de hemelse gewesten, maar die de dingen van de aarde zoekt en zich daardoor laat leiden. In praktisch opzicht zien we daarvan in dit hoofdstuk de gevolgen. We zien een gezin dat God kent, maar waar van deze kennis en het vertrouwen op Hem niets gevonden wordt. Integendeel, we zien hoe begeerten, bedrog en leugen een rol spelen. Ieder lid van het gezin handelt zonder aan God te vragen wat er moet gebeuren.

Het is een waarschuwend voorbeeld voor ons dat we ons altijd bewust zullen blijven dat de zegeningen die we hebben ontvangen ons uit genade geschonken zijn. Zodra we dat vergeten, gaan we onze eigen belangen zoeken met alle droevige gevolgen daarvan.

Izak wil Ezau zegenen

Izak is blind geworden. In de toepassing betekent dit, dat zijn inzicht in geestelijke dingen is verdwenen. De zegeningen van het land ziet hij niet meer. Dat was bij Mozes anders (Dt 34:7).

Hij wil Ezau zegenen, terwijl hij weet dat de HEERE aan Jakob het eerstgeboorterecht heeft gegeven. Dit is het resultaat van zijn voorliefde voor het “smakelijk gerecht”. Dat maakt blind om de dingen te zien zoals de Heer ze ziet. Izak, die zo goed is begonnen, faalt als hij oud geworden is.

Hij spreekt over de dag van zijn dood, maar dat zal nog 43 jaar duren. Hij zal 180 jaar worden (Gn 35:28-29). Hier is hij 137 jaar.

[zie: https://evangelisatie-zeeuwsvlaanderen.nl/wp-content/uploads/2021/01/2021-01-21-Tijdslijn-van-Terah-tot-Mozes.pdf ]

Copyright information for DutKingComments