Genesis 42:38

Benjamin mag niet mee

Vervolgens blijkt dat allen het geld in hun zak hebben teruggekregen. De vrees bij de broers neemt toe (Gn 42:28). Ook Jakob wordt bevangen door vrees. In de woorden “jullie beroven mij van kinderen”, klinkt ook door dat Jakob vermoedt dat de broers de hand hebben gehad in de verdwijning van Jozef. Er is bij hem over wat er met Jozef is gebeurd nog geen rust.

Jakob kan (nog) niet de taal van het geloof spreken: “Wij weten dat hun die God liefhebben, alle dingen meewerken ten goede” (Rm 8:28). Hij ervaart het alles als tegen hem. Hij ziet alleen alles wat hij al kwijt is (Jozef, Simeon) en ook wat hij nog kwijt dreigt te raken (Benjamin). Ruben is een beeld van het volk Israël zoals het nu is, in zijn huidige toestand, een volk dat zijn eigen zonen opoffert en meent daardoor ‘Benjamin’ (de Messias) niet te verliezen.

Jakob is niet van plan Benjamin prijs te geven. Zolang dat het geval is, kan Jozef zich niet bekendmaken. Zolang ook wij niet van plan zijn alles prijs te geven, kan God Zich niet aan ons bekendmaken.

Copyright information for DutKingComments