Genesis 43:34

Tweede ontmoeting met Jozef

Wanneer ze bij Jozef zijn aangekomen, buigen ze zich voor de tweede keer voor hem neer. Jozef vraagt niet naar hun geld, maar handelt naar zijn eigen hart. Hij verzorgt hen. De broers menen een geschenk mee te moeten brengen nu ze met de onderkoning zullen dineren. Jozef lijkt aan het geschenk echter geen enkele aandacht te besteden. Zo hoeven ook wij niet bij God te komen met geschenken als we menen Hem daardoor gunstig te moeten stemmen.

Jozef heeft gezegd: “Deze mannen zullen vanmiddag met mij eten” (Gn 43:16). Dit zomaar accepteren gaat te ver voor iemand die niet overtuigd is van zijn goedheid. Hetzelfde geldt vandaag nog voor ieder die uit valse nederigheid weigert in te gaan op het aanbod van de Heer Jezus: “Komt, want het is al gereed” (Lk 14:16-17).

Jozef is niet geïnteresseerd in hun geschenken, maar in henzelf. Hij vraagt naar hun welstand en hoe het met hun oude vader gaat. Met de vraag naar hun welstand had zijn vader hem meer dan twintig jaar geleden naar de broers gezonden (Gn 37:14). Hun antwoord is dat het goed met hem gaat. Maar is het wel waar? In hun antwoord vermelden ze niets van het verdriet van hun oude vader.

Als Jozef Benjamin ziet, moet hij opnieuw huilen. Hij zondert zich daarvoor af. Soms is het goed dat anderen onze tranen zien (Hd 20:19; 2Tm 1:4), maar soms is het ook goed dat anderen onze tranen niet zien (vgl. Jr 13:17; Lk 22:62). Hoe graag zou hij zich bekend hebben gemaakt! Maar het werk in de broers is nog niet klaar. Op dezelfde manier handelt de Heer Jezus met de vrouw aan de bron van Sichar in Johannes 4. Hij maakt Zichzelf ook niet direct aan haar bekend, maar pas nadat haar geweten in het licht is gekomen (Jh 4:25-26).

Jozef bedwingt zich. Hoewel hij zich nog niet bekendmaakt, laat hij door de regeling aan tafel zien dat hij hen en hun geschiedenis kent. Dit maakt opnieuw indruk op de broers, die uit deze handelwijze merken dat hun hooggeplaatste gastheer over bovennatuurlijke kennis bezit ten aanzien van hun familieverhoudingen. Ze kunnen elkaar er alleen maar verbijsterd over aankijken. Door Benjamin vijf keer meer te geven dan de broers test Jozef hun gezindheid tegenover Benjamin. Zullen ze jaloers worden of het hem gunnen?

Aan het slot van het hoofdstuk lezen we voor de eerste keer na alle treurigheid over vrolijkheid. De blijdschap van de broers is nog niet over Jozef zelf, maar alleen over wat ze van hem krijgen.

Copyright information for DutKingComments