Genesis 46:3-4

Jakob vertrekt naar Egypte

Om Jozef te ontmoeten moet Jakob alles achterlaten wat hem vertrouwd en dierbaar is. Ook wij moeten vergeten wat achter is en ons uitstrekken naar wat voor ons is: Christus (Fp 3:14). Op weg naar Jozef brengt Jakob op de grens van het land, bij Berseba, offers aan God. Berseba betekent ‘put van de eed’. Het herinnert aan Gods beloften.

Voordat hij uit het land vertrekt, wil hij God eren. Het is alsof hij nu niet verder wil zonder de overtuiging dat God met hem meegaat. Het antwoord blijft niet uit. God herinnert Jakob daar aan Zijn belofte om hem tot een groot volk te maken.

God wordt hier de God van zijn vader Izak genoemd. Dat herinnert eraan dat God de God van de opstanding is. Het herinnert aan de Heer Jezus als Degene Die door de dood is heengegaan en is opgestaan. Jakob bevindt zich, in beeld, op de grondslag van de opstanding, de grond van het nieuwe leven. Met Christus als de Opgestane is alle zegen verbonden.

Copyright information for DutKingComments