Genesis 48:17-19

Jakob zegent eerst de jongste

Jozef meent dat zijn vader zich vergist. Het is de enige onvolkomenheid die we van Jozef lezen in de Bijbel, waaruit blijkt dat ook hij een feilbaar mens is. Alleen de Heer Jezus is altijd volmaakt geweest, zonder één enkele onvolkomenheid. Jakob zegent door geloof. Zijn geloofsoog ziet Gods bedoeling om ook hier de jongste vóór de oudste te zegenen, zoals Hij dat ook bij hem en Ezau heeft gedaan. Hij drukt zijn vertrouwen op God uit door twee keer te zeggen: “Ik weet het.”

God gaat voorbij aan natuurlijke voorrechten en kiest hen die anders niet in aanmerking zouden komen voor de zegen van het eerstgeboorterecht. De zegen van het eerstgeboorterecht komt bij Jozef – in zijn zonen – terecht. Juda krijgt de positie die aan het eerstgeboorterecht is verbonden (1Kr 5:1-2).

In de boeken van de profeten wordt, na de scheuring van het rijk in tien en twee stammen, het tien stammenrijk regelmatig aangeduid met de naam Efraïm. Manasse is niet zo groot geworden als Efraïm en is daarbij ook nog in tweeën gedeeld. Een halve stam woont in het land en de andere helft woont in het Overjordaanse.

Copyright information for DutKingComments