Genesis 49:13

Zebulon

Over Zebulon (betekent ‘woning’) persoonlijk spreekt Jakob geen woord. Hij zegt alleen waar Zebulon zal wonen. We moeten wat Jakob over Zebulon zegt, plaatsen in het profetisch perspectief dat Jakob volgens Gn 49:1 voor ogen heeft. Na het falen van de oudste drie zonen, komt in Juda de Messias in beeld. De heerschappij is Hem gegeven. Maar wanneer Hij komt, wordt Hij verworpen en Israël wordt verstrooid onder de volken. Dat wordt in beeld in Zebulon voorgesteld. De zee is een beeld van de volken (Op 17:15; Js 17:12-13).

Israël is onder de naties verstrooid, daarmee drijft het volk handel, wat wordt voorgesteld in “de schepen”. Israël richt zich op de volken, wat wordt voorgesteld in het “naar Sidon [gericht]” zijn (Js 23:2). In dit lot van Zebulon, en van Israël in zijn geheel, zal een omkeer komen. Die omkeer is in zekere zin gekomen, wanneer de Heer Jezus daar gaat wonen (Mt 4:12-16). Zebulon wordt ook door Mattheüs verbonden met de volken. Door de komst van de Heer Jezus is er zegen voor Israël én de volken gekomen. De zegen voor Israël is uitgesteld door de verwerping van de Heer, maar zal zeker komen wanneer Hij de tweede keer verschijnt.

Copyright information for DutKingComments