Habakkuk 1:5

God brengt een werk tot stand

Als Habakuk zijn klacht heeft geuit, krijgt hij antwoord van God. Daaruit blijkt dat God allesbehalve een ongeïnteresseerde toeschouwer is van wat zich op aarde afspeelt. Hij gaat Habakuk informeren over Zijn reactie. Hij belooft dat Hij het kwaad zal oordelen. Om Habakuk dat te laten zien nodigt Hij hem en het volk van Juda uit om rond te zien en aandachtig te kijken onder de heidenen wat Hij zal gaan doen.

Dan zullen ze zien dat het Assyrische rijk wordt verwoest door onder andere de Babyloniërs, het volk dat Hij zal gebruiken voor Zijn werk. Dat werk is dat Hij Jeruzalem door de Chaldeeën, of Babyloniërs, in drie opeenvolgende belegeringen zal benauwen met als uiteindelijk resultaat de verwoesting van Jeruzalem.

Het bevel om rond te zien houdt in dat er nauwkeurig moet wordt gekeken naar de toestand in de wereld om hen heen, zodat ze niets zullen missen van wat er gaat gebeuren. Het betekent voor ons dat we het actuele nieuws op de voet volgen met het oog op wat Gods Woord over toekomstige gebeurtenissen zegt. Zij denken dat God niets doet, maar als ze opletten, zullen ze zien hoezeer ze zich vergissen.

Dat ze dan verbijsterd zullen zijn, betekent dat het antwoord op het gebed van Habakuk allesbehalve voorspelbaar is. De verbijstering wordt in twee werkwoordsvormen herhaald, om de herhaaldelijke en uiteindelijk totale verbazing te benadrukken die hen zal overvallen (vgl. Gn 43:33; Ps 48:5-6; Js 29:9). Als ze van de ene verbijstering zijn bekomen, zal een nieuwe verbijstering hen overvallen.

Paulus haalt dit vers na een prediking aan om de verachters van het evangelie te waarschuwen voor het oordeel (Hd 13:40-41). Met “een werk” bedoelt hij het werk van Christus tot verlossing van zonden voor ieder die gelooft. Omdat het niet wordt aangenomen, zal Hij Die dit werk heeft volbracht, oordeel over hen brengen. Het is altijd zo geweest dat de mens geweigerd heeft aan te nemen wat God zegt over het oordeel. Zo was het bij de zondvloed, bij het oordeel over Sodom en Gomorra, bij Achab en Izebel, nu met betrekking tot het oordeel over Jeruzalem door de Chaldeeën (Jr 5:12) en ook met betrekking tot het evangelie (Js 53:1).

Copyright information for DutKingComments