Habakkuk 2:1

Habakuk gaat op zijn wachtpost staan

Na de tweede klacht van Habakuk blijft het even stil. Er komt niet zoals de eerste keer direct een antwoord van de HEERE. Dat brengt Habakuk niet tot vertwijfeling, maar hij gaat op zijn wachtpost staan. Hij spreekt over “mijn wachtpost”, waarmee hij aangeeft dat het een plaats is die hij persoonlijk inneemt. Een wachtpost en een vestingwal zijn verhogingen vanwaar de omgeving kan worden afgespeurd om te zien of zich ergens gevaar aandient. Voor ons betekent dit dat we boven de omstandigheden verheven moeten zijn, dicht bij God, zodat we de dingen kunnen gaan zien vanuit Zijn perspectief en Zijn werk kunnen gaan begrijpen.

Habakuk neemt die verheven plaats in om verwachtend uit te zien naar het antwoord dat God gaat geven. Dit is de gepaste houding als we iets hebben gevraagd. Gehaast als we vaak zijn, nemen we weinig of geen tijd en doen we weinig of geen moeite om op de wachtpost te klimmen en op Gods antwoord te wachten. Maar de volharding moet een volmaakt werk hebben (Jk 1:4). Als het antwoord uitblijft, laten we dan toch verwachtend blijven uitzien. Anders kan het gebeuren dat Gods antwoord komt en wij zien het niet. Laten we opzien en uitzien, zoals Habakuk dat doet. Hij wacht op de dageraad van een nieuwe dag waarin God gaat werken. Hij kijkt uit naar licht in de duistere omstandigheden waarin hij is.

God neemt onze zorgen en moeilijkheden niet zozeer weg, maar Hij voegt iets aan ons leven toe. Hij brengt licht in ons leven in de Persoon van de Heer Jezus. Hij komt in onze omstandigheden. Dan verdwijnen de problemen niet, maar ze gaan er anders uitzien. Ook wij moeten openstaan voor Gods stem om op te merken wat Hij tot ons persoonlijk gaat zeggen in verband met al de vragen die Zijn wegen bij ons oproepen. En op Gods antwoord, waarin ook een correctie kan liggen, zal een reactie komen van onze kant, een reactie die God ook verwacht. Als die houding er is, gaat God verder met spreken in Hk 2:2. Er komen meer mededelingen.

Het gaat niet om een letterlijke wachtpost, maar om het gaan staan op een hoogte waardoor iemand wordt uitgetild boven de aardse gebeurtenissen en in verbinding wordt gebracht met de hemel en Hem Die daar troont. Profeten worden vaker wachters genoemd (Js 21:8; 11; Jr 6:17; Ez 3:17; Ez 33:2-3). Zij moeten kijken naar de ongerechtigheid onder het volk en waarschuwen voor het onheil dat komt. In die gezindheid van oplettendheid is de profeet klaar om het antwoord te ontvangen.

We moeten leren wachten. Ons ongeduld rekent tijd die we moeten wachten als verloren tijd. Bij Habakuk is dat niet zo. “Wat Hij in mij spreken zou”, betekent dat het spreken van God tot de profeet door een innerlijke, niet uitwendig hoorbare, stem gebeurt. Met het antwoord dat God hem geeft, kan de profeet zijn klacht (Hk 1:13-17) voor zichzelf beantwoorden en dat kan hij ook aan anderen doorgeven.

Copyright information for DutKingComments