Habakkuk 3:13

Oordeel en behoudenis

De HEERE doorwandelt in verontwaardiging de aarde en oordeelt de volken (Hk 3:12; Js 63:1-6). Hij vertrapt of dorst als met een dorsslede de heidenvolken, wat wil zeggen dat Hij hen slaat. Het houdt een uiterst pijnlijke en diep vernederende nederlaag van de heidenvolken in die Zijn volk steeds zoveel pijn hebben gedaan en zo diep hebben vernederd.

Dit is het resultaat van het uittrekken van de HEERE. Maar Hij is niet alleen uitgetrokken om Zijn vijanden te oordelen. In Hk 3:13 horen we de reden van Zijn bemoeienis met de aarde. Opdat niemand in het onzekere blijft over het waarom van deze openbaring van de majesteit van God, zegt Habakuk dat God is uitgetrokken tot bevrijding en redding van Zijn volk, dat Zijn ‘gezalfde’ is (vgl. Ps 105:15).

Dat ‘Gezalfde’ hier met een hoofdletter wordt geschreven, lijkt niet terecht. Het is moeilijk om dit op de Heer Jezus, de Messias, toe te passen. Hij is het juist Die tussenbeide komt. Hij hoeft niet gered te worden, Hij brengt die redding Zelf. Als het van toepassing is op de Heer Jezus, kan dat alleen als we Hem zien in verbinding met Zijn volk. Hij en Zijn volk zijn op de meest intieme wijze verenigd, zoals we bijvoorbeeld lezen: “In al hun benauwdheid was Hij benauwd” (Js 63:9).

“Het huis van de goddeloze” ziet op het huis van de farao in het verleden en op dat van de koning van Babel (Hk 2:9) die binnenkort komt. De goddeloze is de vijand die komt, voorgesteld in zijn hele regeringsmacht. In de eindtijd ziet dit op de antichrist. Het “dak van het huis” is mogelijk de koning zelf. Hij staat aan de top. In geloof ziet Habakuk dat de HEERE het huis van de goddeloze verbrijzelt, van boven tot beneden, tot op “het fundament”, dat is tot de grond toe (vgl. Am 2:9b). Er blijft alleen stof van over.

Copyright information for DutKingComments