Habakkuk 3:14

De vijand verdelgd – Gods volk verlost

Habakuk identificeert zich met Gods volk en beschrijft de behandeling die de binnendringers van het land van God zullen ontvangen. Hij beschrijft dat de HEERE ervoor zorgt dat de vijanden door eigen toedoen de nederlaag zullen lijden (Ri 7:22; 1Sm 14:20; 2Kr 20:23-24). Voor Habakuk is dat een grote bemoediging, want hij heeft ervaren hoe de vijanden op hem aanstormden. Hij weet hoe zij zich erin verheugden om hem het leven in het land onmogelijk te maken. Zij verheugden zich in hun wreedheden zoals de gelovige zich verheugt in God.

Zij wilden hem “verslinden”, wat ziet op de gewelddadige inbezitneming van zijn leven en alles wat hij heeft. Hier vertegenwoordigt hij als “de ellendige” het gelovig overblijfsel van Israël dat zich in de eindtijd in grote nood zal bevinden vanwege de aanstormende vijand.

God voerde de vijandige legers aan en leidde hen naar hun ondergang (Hk 3:15). We zien dat bij de farao, die eerst zelf zijn hart verhardde, waarna zijn hart door God werd verhard. In zijn verharding zette hij de achtervolging van Gods volk in en kwam om in de Schelfzee. Voordat de farao daar kwam met zijn paarden, betraden Gods paarden de grote, woedende wateren en maakte de weg voor Zijn volk vrij (Hk 3:8). Wat een verhindering voor bevrijding leek, werd in Gods hand het middel tot verdelging van de vijand. Zo zal Hij in de toekomst de volken verdelgen, die talrijk en in grote overmoed op Zijn volk aanstormen.

Copyright information for DutKingComments