Habakkuk 3:16

Habakuk siddert en wacht rustig

De profeet ziet wat over zijn volk zal komen bij de komst van de Chaldeeën. Wat hij “hoorde”, slaat terug op Hk 3:2. Dat vervulde hem met vrees die doordrong in zijn buik en beenderen, de zachte en de harde delen van het lichaam. Eenzelfde ervaring had Daniël (Dn 8:27; Dn 10:8). Habakuk sidderde niet uit angst, maar vanwege de indrukwekkendheid van wat hij hoorde; hij was ervan ondersteboven.

Tegelijk is er een diepe rust met het oog “op de dag van de benauwdheid” (vgl. Ps 94:13). De dag van de benauwdheid is de grote verdrukking (Mt 24:21; Op 7:14; Jr 30:7; Dn 12:1). Het is hier de dag van de benauwdheid voor Babel, “het volk dat ons zal aanvallen”. Habakuk weet dat hij door die dag heen zal komen omdat de HEERE de vijand zal verslaan. Een voorvervulling daarvan zien we in het oordeel over Belsazar (Dn 5:30).

Het is hard voor Habakuk om te zien dat de onvermijdelijke klap die God Zijn volk moet geven, gebeurt door een zo goddeloze vijand. Het effect op hem is het wegvloeien van alle kracht. In zichzelf ziet hij alleen ellende en afbraak. Maar zijn gemeenschap met God en het nadenken over Zijn wegen en ook over Zijn beloften geven hem naast de vrees ook vertrouwen. Dat is het resultaat van de geestelijke oefening waar Habakuk doorheen is gegaan.

Dat zal ook het resultaat van onze geestelijke oefeningen zijn als er dingen gebeuren die we niet kunnen begrijpen, maar waarvan we leren zien dat God erboven staat en er Zijn doel mee heeft, een doel tot nut voor ons als de Zijnen. Naar de mate dat alles in en van ons eraan gaat en alle vertrouwen in onszelf is verdwenen, naar die mate zal ons vertrouwen in God toenemen. Als we innerlijk beven vanwege het zijn in Gods tegenwoordigheid en het zien van Zijn wegen, zal er met het oog op de uiterlijke gebeurtenissen, de wegen van de mensen, niets zijn wat ons doet beven.

Copyright information for DutKingComments