Habakkuk 3:17-18

Ondanks alles vreugde in de HEERE

Dan gaat de blik van Habakuk omhoog, naar boven. Hij zoekt geen rust meer in de omstandigheden, maar vindt zijn bron van rust in God Zelf. In het lied spreekt hij over de zegeningen van het land die niet meer genoten worden vanwege de tijd van de benauwdheid (Hk 3:17). Voor ons kan het zijn verlies van baan of gezondheid of een geliefde, zoals Job dat meemaakte.

We kunnen deze verzen enthousiast als lied zingen, maar onze omstandigheden zijn meestal niet zoals we in dit lied zingen. We hebben overvloed van alles en aan niets gebrek. Zouden we het echt kunnen zingen als we een tegenslag meemaken, een verlies lijden? Of we dit echt kunnen zingen, zal blijken als we op de proef worden gesteld.

Met de woorden “ik zal dan toch” (Hk 3:18) komt er een wending. Er is niet alleen rust in God, terwijl de Chaldeeër alles in het land verwoest, maar er is ook vreugde in Hem. Dit is een van de krachtigste openbaringen van de werking van het geloof die we in de Bijbel hebben. We kunnen dit vergelijken met de blijdschap van de apostel Paulus waarover hij diverse keren in de brief aan de Filippenzen schrijft en dat terwijl hij in gevangenschap is (Fp 1:4; 25; Fp 2:2; 29; Fp 3:1).

Copyright information for DutKingComments