Hosea 14:8

Nederlands vers (9)

Een tweegesprek

In dit vers beluisteren we een tweegesprek tussen de HEERE en Efraïm. In de eerste zin spreekt Efraïm. Het “Ik” moet hier ”ik” zijn, met een kleine letter. Hij, die verknocht is geweest aan de afgoden (Hs 4:17), zal dit zeggen. Als iemand echt bekeerd is, heeft Hij genoeg aan de Heer Jezus Christus. Wat zouden zijn vroegere afgoden dan nog voor hem kunnen betekenen?

In de tweede zin geeft de HEERE op die houding van Efraïm een tweeledig antwoord. In de eerste plaats wordt over verhoring gesproken. De HEERE verhoort, wat wil zeggen dat Efraïm inderdaad niet meer zijn toevlucht neemt tot afgoden, maar alles aan de HEERE vraagt. Wie in vertrouwen naar Hem gaat, ontvangt wat hij nodig heeft.

In de tweede plaats heeft het antwoord van de HEERE te maken met het omzien naar Efraïm. Dat ziet op de positie van gunst waarin Efraïm zich geplaatst mag weten. God kijkt met liefde en goedheid naar hem en Efraïm mag zich dat bewust zijn (vgl. Jb 35:13). Dat geldt ook voor de christen die niets met afgoderij te maken wil hebben en alleen op God wil vertrouwen. Hij mag ook weten dat God hem zal geven wat hij nodig heeft en dat God hem “begenadigd [of: aangenaam gemaakt] heeft in de Geliefde” (Ef 1:6) en zo in gunst naar hem kijkt.

Vervolgens horen we Efraïm weer spreken. Hij kan in aansluiting op wat de HEERE heeft gezegd, zeggen dat het leven in de gunst van God de beste voedingsbodem is om “een altijd groene cipres” te zijn. De cipres is de boom die in het vrederijk de doornstruik zal vervangen (Js 55:13). Aan een doornstruik zit meestal niet veel groen. Hij staat symbool voor de dood als gevolg van de zonde. Dat Efraïm zich hier vergelijkt met “een altijd groene cipres”, wil zeggen dat hij in het vrederijk symbool zal staan voor het leven. Van de eerder vermelde grijsheid (Hs 7:9) is niets meer te bespeuren. Er is eeuwige frisheid en kracht, zonder verval.

Dan is de HEERE weer aan het woord. Alles komt van Hem. Niets van wat aan of bij Efraïm gevonden wordt, heeft hij aan zichzelf te danken. Het laatste deel van het vers laat dat duidelijk zien. Alles wat Israël voortbrengt, komt uit de HEERE voort. Slechts door gemeenschap met Hem wordt al dat goeds in Israël gevonden en zal het gehandhaafd blijven.

Copyright information for DutKingComments