Hosea 2:4

Nederlands vers (3)

Geen ontferming over de kinderen

Door over “uw moeder” (Hs 2:1) te spreken heeft de HEERE het volk als geheel aangesproken. Nu spreekt Hij over “haar kinderen” met wie de individuele Israëlieten worden bedoeld. Hij zal hun geen medelijden tonen, omdat zij zijn geboren als gevolg van de omgang van ‘de moeder’ met valse goden. De afgoderij viert hoogtij in Israël. Aan God wordt niet gedacht. De verkregen zegeningen worden toegeschreven aan de Baäl (Hs 2:7). Niet alleen de natie als geheel is schuldig, ook iedere Israëliet afzonderlijk. In iedere Israëliet wordt de vrucht van het overspel van ‘de moeder’ zichtbaar. Het gezegde “zo moeder, zo dochter” (Ez 16:44) is hier van toepassing.

Men zou kunnen tegenwerpen dat kinderen er toch niets aan kunnen doen als hun moeder overspel bedrijft. Maar daar gaat het hier niet om. Immers, niet allen volgen de moeder in haar overspelige gedrag. Zij die “broeders” en “zusters” worden genoemd (Hs 1:12), die worden opgeroepen hun moeder aan te klagen (Hs 2:1), doen er niet aan mee.

Als God Zich niet ontfermt over kinderen die uit ontucht geboren zijn, komt dat omdat zij handelen naar hun geboorte. Deze kinderen kennen geen berouw, geen roepen tot God, geen smeken om Zijn ontferming. Zij doen precies dezelfde dingen als hun moeder. Dat God Zich niet over hen ontfermt, ligt alleen aan henzelf, aan hun eigen overspelige gedrag in navolging van hun moeder.

Copyright information for DutKingComments