Hosea 2:6

Nederlands vers (5)

Dorens en een muur

Dit vers geeft aan hoe God handelt met Zijn volk om het terug te brengen van de eigen weg die het gaat. Hij gebruikt hierbij twee keer beeldspraak: “Met dorens omheinen” en “met een muur omgeven”. Een weg die met dorens versperd is, is een weg waarop een ondoordringbare versperring is aangebracht. Je kunt die weg alleen opgaan als je het ervoor over hebt dat je pijnlijke verwondingen oploopt. De weg van de zonde wordt onaantrekkelijk gemaakt, de pijnlijke kant ervan wordt getoond.

Iemand kan van een zondige weg worden afgehouden als hem in felle kleuren wordt geschilderd dat die weg bijvoorbeeld de ruïnering van zijn gezondheid zal betekenen. Een militair oefenterrein of een mijnenveld kan door prikkeldraad worden afgezet omdat het levensgevaarlijk is dit terrein of veld te betreden. Wie zich van de waarschuwingen niets aantrekt en zich er toch op wil wagen, moet de gevolgen dragen. Hij kan heel wat kleerscheuren oplopen en ook lichamelijke verwondingen, hij loopt zelfs de kans gedood te worden. Alleen een dwaas trekt zich niets van dorens of prikkeldraad aan.

Maar God heeft nog een middel. Hij zal de toegang tot het door de zonde platgetreden pad met een muur afsluiten. Dat doet Hij om de illegale gebruikers – Zijn ontrouwe volk – van het pad van de zonde weer op het rechte pad te brengen. God richt een muur op, een muur die voor afzondering zorgt, waardoor Zijn volk van haar minnaars wordt gescheiden (vgl. Jb 19:8).

Dit gebeurt als Hij Israël verstrooit. Dan bestaan ze niet meer als natie en hebben als natie geen contact meer met vreemde volken en hun goden. Zo kan zij geen overspel meer plegen met de afgoden. In Hosea 3 wordt dit nader uitgewerkt, maar hier wordt dit oordeel beschreven als een tuchtmaatregel die moet leiden tot bekering (Hs 2:6).

Copyright information for DutKingComments