Hosea 4:10

Niet verzadigd en niet talrijk worden

De bezoeking en vergelding die in het vorige vers zijn aangekondigd, worden in dit vers uitgewerkt. De priesters en het volk kunnen dan wel denken dat de zonde voordeel oplevert, maar nooit zullen ze er een voldaan gevoel aan overhouden (vgl. Mi 6:14). Dat ze onverzadigbaar zijn, is het gevolg van het oordeel van God.

In letterlijke zin kunnen we hierbij denken aan een speciale vloek van God, waardoor de heilzame werking van het voedsel wordt weggenomen of zelfs in het tegendeel verandert. Zofar zinspeelt in zijn (onjuiste) beoordeling van Job op deze mogelijkheid (Jb 20:14-15). Samen met zijn twee vrienden beschuldigt hij Job van heimelijke zonden. De aanwijzingen daarvoor meent hij te zien in het lijden dat Job doormaakt. Misschien heeft Hosea, toen hij dit opschreef, gedacht aan wat door Zofar ten onrechte op Job wordt toegepast.

In elk geval geeft de zonde nooit de bevrediging waarnaar wordt gezocht. Hetzelfde geldt voor de ontucht die bedreven wordt, mogelijk met het oog op een talrijk nageslacht. God zal ervoor zorgen dat er niets van overblijft. Hoe zou God hun wandel en handel kunnen zegenen, terwijl zij met Hem geen rekening houden? Aan het vereren van de HEERE denken zij niet. Al hun daden zijn erop gericht zoveel mogelijk zichzelf te bevoordelen, zowel wat betreft bezit als wat betreft aanzien.

Copyright information for DutKingComments