Hosea 4:15

Niet naar Gilgal en niet naar Bethel

“Gilgal” is de plaats waar God het volk zich voor de tweede keer heeft laten besnijden. Hierdoor zou de smaad van Egypte worden afgewenteld (Jz 5:2-9). Bethel is de plaats waar hun voorvader Jakob de beloften van God heeft ontvangen (Gn 28:10-19). Maar Gilgal, nota bene de plaats van waaruit het land veroverd werd, is verworden tot een plaats van afgoderij. En Bethel, dat ‘huis van God’ betekent, heeft een gouden kalf gekregen. Daarom noemt de profeet het hier “Beth-Aven”, dat betekent ‘huis van ongerechtigheid’. Niet God woont daar, maar de ongerechtigheid heeft er haar intrek genomen.

Ze deinzen er zelfs niet voor terug de heilige Naam van de HEERE te verbinden met hun afgodische praktijken. Ze zweren bij Zijn Naam. Daardoor verbinden ze de Naam van de HEERE met zonde, wat natuurlijk afschuwelijk is. Het zweren van een eed is op zich niet zondig, als het maar in oprechtheid voor Gods aangezicht gebeurt.

Israël en Juda worden in dit vers nog apart genoemd. Er is nog onderscheid tussen de beide rijken. Tijdens de laatste dagen van de profeet Hosea beleeft Juda een tijd van opwekking onder Hizkia en nog later onder Josia. Dan worden wel de gruwelen weggedaan uit het land, maar helaas niet uit de harten. Juda zal ook struikelen (Hs 5:5). Toch is het alsof de profeet met een schuin oog naar Juda kijkt en de mensen daar waarschuwt niet mee te gaan in de afval van God.

Het kan zijn dat mensen uit Juda naar plaatsen in het tienstammenrijk gaan om mee te feesten en dat Hosea hen op het oog heeft. Bethel ligt tegen de grens van Juda aan. Het zoeken van contact met wat zondig is, brengt in gevaar die zonde zelf te gaan bedrijven. “Verkeerde omgang bederft goede zeden” (1Ko 15:33). Waar je mee omgaat, word je mee besmet.

Hoewel Hosea hoofdzakelijk in het noordelijk rijk profeteert, verheft hij soms ook zijn waarschuwende stem tot Juda. Hier waarschuwt hij het zuidelijk gelegen koninkrijk om zijn noorderbuur niet te volgen in diens afschuwelijke vormen van aanbidding.

Om ergens vrij van te blijven kun je er het beste zo ver mogelijk van verwijderd blijven. Het is levensgevaarlijk om louter uit nieuwsgierigheid zondige plaatsen te bezoeken. De sfeer kan iemand zomaar in zijn greep krijgen en voor men het in de gaten heeft, doet men mee. Dit geldt voor plaatsen waar de wereld zijn vermaak in zoekt. Maar het geldt ook voor allerlei godsdienstige manifestaties waar kundig op de emoties wordt ingespeeld. Emoties hebben zeker hun plaats in het dienen en eren van God. Maar zodra ze de norm voor het dienen en eren van God worden, wordt het hart weggevoerd van de enige echte norm: het Woord van God. Daarin staat de scheiding tussen wat van God en wat niet van God is duidelijk aangegeven.

De gelovige wordt gewaarschuwd zich ver te houden van alles wat uit ongeloof is voortgekomen, terwijl er mooie beloften aan gehoorzaamheid worden verbonden (2Ko 6:14-18). Hoewel dat gedeelte gaat over de verbinding met de wereld, is de toepassing ervan op zaken die binnen de christenheid worden gevonden, maar uit de wereld stammen, zeker gerechtvaardigd.

Copyright information for DutKingComments