‏ Hosea 7:11

Een onnozele duif

Met steeds nieuwe beelden probeert de profeet het volk duidelijk te maken in wat voor positie ze zich bevinden. Hij gebruikt een vierde beeldspraak, die van een duif. Dit dier stelt vaak iets positiefs voor. We moeten ‘eenvoudig’ of ‘argeloos’ zijn als de duiven, zegt de Heer Jezus (Mt 10:16). “Onnozel” staat tegenover sluwheid en onbetrouwbaarheid. Een duif is nogal naïef en wordt gemakkelijk misleid en gevangengenomen. Een duif kent zijn thuis, hij gaat er bijna altijd naar terug.

Maar Israël heeft geen verstand. Ze zijn onnozel en zonder verstand. Wie gaat er nu naar Egypte of naar Assyrië om bescherming te zoeken, volken die zich ook gemakkelijk als vijanden openbaren (Hs 5:13)? Er is sprake van een weifelende politiek, die de dwaasheid om hierbij God te vergeten nog groter maakt. De innerlijke toestand van halfslachtigheid werkt door in het aangaan van deze buitenlandse betrekkingen. Dit gedrag is net zo verwerpelijk als de koek die niet te eten is (Hs 7:8). Zonder verstand is letterlijk ‘zonder hart’. Ze hebben niet eens door dat het gevaar komt van de kant waar ze steun zoeken.

Copyright information for DutKingComments