Hosea 8:11

De altaren

God heeft Zijn volk slechts twee altaren gegeven: het koperen brandofferaltaar in de voorhof van de tempel en het gouden reukofferaltaar in de tempel. David spreekt over deze beide altaren als plaatsen waar een mens rust kan vinden (Ps 84:4). Het koperen brandofferaltaar stelt het kruis van de Heer Jezus voor, waar de zondaar de last van zijn zonden kwijt kan en waar hij rust vindt voor zijn geweten. Het gouden reukofferaltaar spreekt van de aanbidding die iemand aan God mag brengen.

Alle andere altaren die worden genoemd, vertonen wel een schijn van godsdienstigheid, maar zijn in werkelijkheid alleen een aanleiding tot zondigen. Het zijn altaren die door mensen zijn bedacht en opgericht. Ze spreken van een naderen tot God op een voor de mens gemakzuchtige manier die geen rekening houdt met wat God heeft gezegd over het naderen tot Hem. Later komt Hosea op deze altaren terug (Hs 10:1).

Copyright information for DutKingComments