Hosea 8:4

Koningen en afgoden

In dit vers worden twee zonden genoemd:

1. het volk heeft koningen aangesteld naar eigen goeddunken en

2. het heeft afgoderij gepleegd.

Omdat niet God, maar het volk eigenmachtig koningen heeft aangesteld, worden alle koningen die Jerobeam II zijn opgevolgd aan het begin van dit bijbelboek niet genoemd (Hs 1:1). God is er niet in gekend, ze hebben Hem genegeerd (vgl. Js 31:1). Dat aanstellen van koningen buiten God om is in de kiem al aanwezig in hun verzoek om een koning zoals de volken (1Sm 8:1-10). In Saul krijgen ze de koning naar hun smaak. Dat herhaalt zich in koning Jerobeam I (1Kn 12:20). Na Jehu hebben revolutie en doodslag koningen doen verdwijnen en verschijnen. Dit alles kan slechts hun verderf tot gevolg hebben.

Vandaag is men in de christenheid ook bezig de dingen in te richten naar eigen idee. Hoe God erover denkt, wordt niet gevraagd. Men legt Zijn Woord uit zoals dat uitkomt. Dat is bij allerlei groepen en kerken waarneembaar. Men tracht het iedereen naar de zin te maken. Leraren worden voor zichzelf gekozen, naar de smaak die ieder heeft (2Tm 4:3).

Soms wordt dit eigenmachtige handelen verdedigd met vroom klinkende, maar misleidende argumenten. Er wordt gezegd dat je toch niet overal voor hoeft te bidden? Je hoeft toch niet overal je geloof bij te halen? Je moet zakelijk zijn, de dingen nuchter bekijken, je moet je nuchtere verstand dat God je gegeven heeft, goed gebruiken. Zo wordt er geredeneerd en zo komen dingen ‘buiten Hem om’ tot stand.

Koningen zijn aangesteld zonder God te raadplegen; dat is het politieke terrein. Op godsdienstig terrein is het nog erger. God is vervangen door afgoden! Daartoe misbruiken ze hun zilver en goud. Afgoderij is de wortel van alle zonden, waardoor de mens niets kan genieten van wat God hem wil geven.

Deze gruwel voor God is ook het grote gevaar waarvoor de christen wordt gewaarschuwd. Johannes waarschuwt in het laatste vers van zijn eerste brief, waarin hij heeft geschreven over de Heer Jezus als het eeuwige leven in de gelovige: “Kinderen, wacht u voor de afgoden” (1Jh 5:21).

Copyright information for DutKingComments