Hosea 8:8

Geen vat tot eer

Niet alleen de vrucht is verslonden (Hs 8:7), maar ook Israël zélf is verdwenen, verslonden door zijn vijanden. Dat ziet hier niet zozeer op de wegvoering in de verstrooiing door de Assyriërs, maar meer op het zich volledig vermengen met de volken, waardoor zij vele eeuwen hun eigen identiteit als volk kwijt zijn geweest. Israël is een waardeloze en nutteloze “pot” geworden (vgl. Jr 22:28a).

Wie als persoon of als volk, maar ook als plaatselijke gemeente, niet of niet meer beantwoordt aan Gods doel, zal voor allen die er met Gods ogen naar kijken niets aantrekkelijks hebben. Het verlies van die aantrekkelijkheid komt door het invoeren van wereldse elementen, waardoor men meent zichzelf te kunnen aanprijzen. Maar wie meent beter over te komen door zich als de wereld te gaan gedragen, zal te maken krijgen met het omgekeerde effect: het stoot juist af.

Israël heeft zijn hoge roeping prijsgegeven en is een voorwerp van verachting geworden. Door zich met de volken te verbinden is het volk verslonden. Hetzelfde is met de christenheid gebeurd, zowel wat het verachten als wat het verslinden betreft. Tegenover deze “pot waaraan niemand waarde hecht”, kunnen wij een vat tot eer zijn, bruikbaar voor de meester (2Tm 2:19-22).

Copyright information for DutKingComments