‏ Isaiah 16:6

Moab verwoest

Na het advies aan Moab om zich te onderwerpen aan Sion en een schuilplaats te zijn voor de verdrevenen van Juda keert Jesaja terug naar de kenmerkende houding van Moab. Die houding is er een van hoogmoed, trots, overmoed en ijdel gezwets (Js 16:6; Jr 48:29-30). Deze houding is er de oorzaak van dat het land zal worden verwoest en dat Moab zal jammeren over zijn lot (Js 16:7-8; vgl. Sp 16:18). Jesaja ziet het voor zich. Het grijpt hem aan.

Waar vreugdegejuich zou moeten zijn – de wijnstok is daar het symbool van –, is krijgsgeschreeuw (Js 16:9-10). Aan het eind van Js 16:10 horen we ineens even de HEERE aan het woord in het spreken van Jesaja. Hij zegt dat Hij de vreugderoep heeft doen ophouden. De HEERE is aan het werk in wat Moab overkomt.

Dat brengt Jesaja tot een nieuwe uiting van smart over Moab (Js 16:11). De tragiek van Moab is dat het niet de toevlucht neemt tot God, maar tot zijn afgoden (Js 16:12). Hij tobt er zich voor af om in het huis van zijn afgod enige hulp te krijgen. Daar is natuurlijk geen redding te krijgen. Zijn gang naar het heiligdom van zijn god en het gebed tot zijn god zijn totaal nutteloos.

Copyright information for DutKingComments