Isaiah 17:1

Inleiding

De profetieën in dit hoofdstuk gaan over twee naties ten noorden van Juda: Damascus (Syrië) en Efraïm (het tienstammenrijk). Deze twee worden tegelijk beschreven vanwege het feit dat zij een bondgenootschap hebben gevormd (Js 7:1). Het is een bijbels beginsel dat wie gemeenschap heeft met de zonden van iemand, ook deelt in het oordeel over die zonden (Op 18:4). Voor het gelovig overblijfsel in de toekomst is dit een waarschuwing om hun vertrouwen niet te stellen op mensen, dat is op Babel, het herstelde Romeinse rijk, Europa.

Profetie over Damascus

Deze verzen geven een korte “last over Damascus” (Js 17:1). Het oordeel, weer uitgevoerd door Assyrië, komt niet alleen over Damascus, de hoofdstad van Syrië, maar ook over “de steden van Aroër” (Js 17:2). Het oordeel zal tot gevolg hebben dat het hele gebied geheel verlaten zal zijn, zodat de kudden er kunnen legeren, zonder opgeschrikt te worden.

Damascus is in de dagen van Jesaja verbonden met de tien stammen. Dat komt in Js 17:3 op tweevoudige wijze tot uiting: “Efraïm”“Damascus” en “de Syriërs”“de Israëlieten”. Een gemeenschappelijk voornemen houdt een gemeenschappelijk lot in (Js 7:1; 4). Zoals “de luister van de Israëlieten”, die zichtbaar is geweest in de vesting, is verdwenen, zo zal het ook gaan met bondgenoot Syrië. Vanwege die verbinding volgt in de volgende verzen dan ook direct het oordeel over Efraïm.

Copyright information for DutKingComments