Isaiah 2:19-21

De verschrikking van de HEERE

Dan komt het moment dat de HEERE opstaat (Js 2:19-21). Wat een schrikreactie geeft dat! Panische angst breekt uit. Al die nietige schepseltjes die als God hebben willen zijn, zullen zich niet verbergen tussen het geboomte in het paradijs (Gn 3:7-8), maar vluchten in grotten en onderaardse gewelven (Js 2:19). “Angst voor de HEERE”, dat is voor Zijn Persoon, bevangt hen. “De glorie van Zijn majesteit”, dat is Zijn uitstraling, overweldigt hen. Lange tijd heeft het erop geleken dat Hij Zich niet met de aarde bemoeide. Hij had geen plaats meer in het denken van de mens. Als Hij in Zijn volle grootte opstaat, begrijpen zij tot hun ontzetting dat zij zich vergist hebben en grijpt een wurgende angst hen aan.

In het licht van de heerlijkheid van Zijn majesteit verschrompelt en verdwijnt al hun vertrouwen op hun afgoden. “Op die dag” zullen ze de misleiding, de nutteloosheid en de waardeloosheid ervan inzien (Js 2:20). “Die dag” is de dag van de HEERE (Js 2:12), de dag die in volkomen tegenstelling staat tot de dag van de mens. De dag van de mens is de tegenwoordige boze eeuw waarin God de mens toestaat los van Hem zijn eigen wil te doen en zijn eigen weg te gaan.

Met afschuw zal “de mens”, en met name de godsdienstige mens, de zogenaamde goede werken van zijn handen waaraan hij zijn goede goud en zilver heeft besteed, voor “de ratten en de vleermuizen”, die onreine dieren, “werpen”. Die “afgoden” op wie ze hun vertrouwen hebben gesteld, komen nu als oud vuil tussen onreine ratten en vleermuizen te liggen. De mens ontdekt dat het hebben en meezeulen van al die wereldgodsdiensten, zoals islam, boeddhisme en hindoeïsme, geen enkel voordeel geeft. Integendeel, meezeulen veroorzaakt alleen maar vluchtvertraging. Vluchten is het parool en wel zo snel mogelijk. Dat is dan het einde van hun vertrouwen op valse godsdiensten.

Ze worden in hun vlucht opgejaagd door “angst voor de HEERE” en “de glorie van Zijn majesteit” (Js 2:21). Zodra ze een spleet of kloof in de rotsen hebben gevonden, zullen ze daarin binnengaan om zich tegen de ontbrande toorn van de HEERE te beschutten (Op 6:12-17; Hs 10:8).

Maar “als Hij opstaat om de aarde te verschrikken”, zijn vluchten en verbergen dwaze, zinloze, ja, lachwekkende acties. Er is geen ontkomen mogelijk, net zomin als dat het is geweest voor het eerste mensenpaar (Gn 3:8; Ps 139:7). Niets zal hen kunnen beschermen tegen Zijn toorn. Ze kunnen het oordeel niet ontvluchten. De dag van de mens komt tot een roemloos, beschamend einde.

Dit is het einde van de hoog geroemde cultuur en techniek van de mensen en hun inspanningen om deze wereld tot een veilig rustoord te maken. Dit is het einde omdat ze Hem hebben genegeerd Die alles tot Zijn eigen heerlijkheid heeft geschapen. In plaats van zich in Hem te verheugen heeft de mens zich in zichzelf verheugd. Alles wat hem is gegeven, heeft hij niet tot eer van God, maar tot verheerlijking van zichzelf gebruikt. Hij is trots, hoogmoedig en aanmatigend geworden op en over alles wat God hem heeft gegeven. Daarom komt het oordeel over hem.

Copyright information for DutKingComments