Isaiah 21:2

Inleiding

Verdelging: Tot nu toe, Jesaja 14-20, hebben we te maken gehad met indirecte oordelen van de HEERE door Zijn instrument de Assyriërs. Deze oordelen worden genoemd: een “verdelging” die “vast besloten” is (Js 10:22). De Assyriërs, ofwel de koning van het noorden, vallen Israël aan en stoten daarna door naar het zuiden, naar Egypte.

Oogst: In de hoofdstukken die nu volgen, Jesaja 21-24, krijgen we te maken met de directe oordelen van Christus na Zijn verschijning. We krijgen dan oordelen waarbij onderscheid wordt gemaakt tussen gelovigen die gespaard worden en goddelozen die niet worden gespaard, maar door het oordeel worden weggenomen. Dit is het omgekeerde van wat plaatsvindt bij de opname van de gelovigen, want dan worden de gelovigen weggenomen en de ongelovigen achtergelaten.

Het is als het ware het binnenhalen van de oogst (Mt 13:36-43; Op 14:14-16). Dan wordt het kaf van het koren gescheiden. Trouwens, ook bij de tien plagen van Egypte vinden we eerst oordelen waarbij ook Israël lijdt onder de oordelen, en later de oordelen waarbij Israël wordt gespaard. De oogst begint met het oordeel, door Christus, over Babel, het leger van het beest (Op 19:11-21), en eindigt met het oordeel over de levenden (Mt 25:31-46), waarbij ook als het ware het kaf van het koren wordt gescheiden.

Er staan drie lasten in dit hoofdstuk. Ze betreffen Babel (Js 21:1-10), Edom (Js 21:11-12) en Arabië (Js 21:13-17). We zullen zien dat Babel in de toekomst gelijk is aan het herstelde Romeinse rijk ofwel de verenigde staten van Europa, wellicht met andere westerse bondgenoten. Babel (Rome, Europa) zal een verbond sluiten met de antichrist, de komende valse koning van Israël. Babel, Europa, zal het inmiddels verslagen land Israël te hulp komen en met zijn leger in Israël komen. De koning van het noorden keert dan terug naar Israël. De strijd kan beginnen. Maar dan verschijnt de Heer Jezus!

Last over de woestijn aan de zee (Babel)

“De woestijn aan de zee” (Js 21:1) moeten we zoeken in het zuiden van Irak. Het is Babel dat in het Golfgebied ligt (vgl. Jr 51:13a; 42). We lezen dat Johannes staat op het zand van de zee (Op 12:18). Hier kunnen we zien dat Babel verbonden is met Openbaring 13 en dan met name het beest uit de zee, dat is het herstelde Romeinse rijk in de toekomst. Babel ligt aan de zee, maar het zal spoedig door de Meden worden veroverd en verwoest en tot een woestijn worden. Ook geestelijk gezien is het prachtige, rijke Babel een dorre woestijn (Op 17:3) en worden de volken afgebeeld als de grote wateren, de rusteloze zee (Op 17:1; 15).

Het is duidelijk een profetie, want op dat moment is Assyrië nog het machtige wereldrijk. Van Babel is nog niet veel te zien. Het is juist het wezen van de profetie dat God daarin toekomstige gebeurtenissen beschrijft, waarvan nog geen enkel aspect in het heden te ontdekken valt.

Dat geldt evenzo voor de verovering van Babel door de Meden en Perzen. Elam, dat is het zuidwesten van Perzië, trekt samen met Medië (Js 21:2) met geweld en snel tegen Babel op (Dn 5:28-30). Zo zal de HEERE Zijn volk verlichting geven van het juk van Babel en “al haar zuchten … doen ophouden”.

Het heeft ook allemaal een betekenis voor de eindtijd. Terwijl de koning van het noorden bezig is met de strijd in Egypte (Dn 11:40-44), komt eindelijk het machtige leger van het herstelde Romeinse rijk in het noorden van Israël. Het leger van de koning van het noorden keert dan terug naar Israël. Dan is de tijd aangebroken voor Christus om te verschijnen en persoonlijk het oordeel te vellen over dit rijk, dat typologisch wordt uitgebeeld door Babel (Dn 11:45). Dat wat koning Kores, de koning van het Medisch-Perzische rijk, – door de HEERE “Zijn gezalfde” genoemd (Js 45:1) –, heeft gedaan met Babel in het verleden, zal door Christus (= Gezalfde) in de toekomst gebeuren. Kores is in Jesaja 40-45 een type van Christus.

Copyright information for DutKingComments