Isa 22:15-19 | DutKingComments | STEP | Te midden van de vele profetieën over volken en steden profeteert Jesaja in dit en het volgende gedeelte bij wijze van uitzondering over enkele personen. Waarom is dat? Een van de belangrijkste redenen waarom God de koning van het noorden gebruikt om Israël te tuchtigen is om de antichrist, de valse koning van Israël, van de troon te stoten. Daarom horen de profetieën over Sebna en Eljakim juist tot de last over het Dal van het Visioen, dat is over … Jeruzalem! Eerst schrijft Jesaja over Sebna ( ) . Bij de lichtzinnigheid van Jeruzalem, beschreven in de vorige verzen, hoort een figuur als Sebna ( ) . Met een ondertoon van minachting spreekt de HEERE over hem als “die hofmaarschalk” . Hij is de beheerder van de koninklijke goederen. Dat is een belangrijke baan, waaraan veel macht verbonden is. Maar Jesaja is er niet van onder de indruk en gaat op het bevel van de HEERE naar hem toe. Hoewel alleen de opdracht wordt vermeld en niet de uitvoering ervan, is duidelijk dat de profeet de opdracht ook in gehoorzaamheid vervult (vgl. ) . Sebna leeft naar zijn stand. Hij leeft voor “hier” , een woord dat drie keer in voorkomt. Door het drie keer te gebruiken en dat in vragende zin legt de HEERE de klemtoon op de dwaasheid van Sebna alles alleen met de aarde en het hier-en-nu te verbinden. In zijn hoogmoed heeft hij zelfs al voor een rotsgraf gezorgd. Het is een praalgraf, uitgehouwen tussen de graven van de koningen (vgl. ) . Ook bij zijn dood wil hij met eer behandeld worden. Van zijn plannen zal echter niets terechtkomen (vgl. ) omdat de HEERE hem als een opgerolde bol touw zal wegslingeren ( ; vgl. ) . Hij zal niet in het door hem uitgehouwen graf gelegd worden. Hij zal aan zijn einde komen in een vreemd land. In dat land zal van zijn arrogantie niets overblijven. Zijn praalwagens, die zijn luister moeten vergroten, zullen een schandvlek zijn voor “het huis van uw heer” , dat is Hizkia. In zegt de HEERE dat Hij Sebna – die net als Achaz in Jesaja 7 een voorafschaduwing van de antichrist is – met geweld uit zijn functie zal wegstoten. Sebna zal van zijn hoge post worden verdreven. Zo zal de HEERE ook door de koning van het noorden korte metten maken met de antichrist en hem verdrijven van zijn hoge post als koning van Israël. Sebna zal het leven verlaten zoals hij het heeft geleefd: zonder God en zonder hoop. Zo zal het gebeuren met ieder die een hoge plaats in de wereld heeft gehad, maar met God geen rekening heeft gehouden en zonder geloof in Christus gestorven is. Hij zal als een bal naar een wijd uitgestrekt land geworpen worden. Zo zal het ook de antichrist vergaan.

Isaiah 22:15-19

Profetie over Sebna

Te midden van de vele profetieën over volken en steden profeteert Jesaja in dit en het volgende gedeelte bij wijze van uitzondering over enkele personen. Waarom is dat? Een van de belangrijkste redenen waarom God de koning van het noorden gebruikt om Israël te tuchtigen is om de antichrist, de valse koning van Israël, van de troon te stoten. Daarom horen de profetieën over Sebna en Eljakim juist tot de last over het Dal van het Visioen, dat is over … Jeruzalem!

Eerst schrijft Jesaja over Sebna (Js 22:15-19). Bij de lichtzinnigheid van Jeruzalem, beschreven in de vorige verzen, hoort een figuur als Sebna (Js 22:15). Met een ondertoon van minachting spreekt de HEERE over hem als “die hofmaarschalk”. Hij is de beheerder van de koninklijke goederen. Dat is een belangrijke baan, waaraan veel macht verbonden is. Maar Jesaja is er niet van onder de indruk en gaat op het bevel van de HEERE naar hem toe. Hoewel alleen de opdracht wordt vermeld en niet de uitvoering ervan, is duidelijk dat de profeet de opdracht ook in gehoorzaamheid vervult (vgl. Js 7:3 ; Js 8:1).

Sebna leeft naar zijn stand. Hij leeft voor “hier”, een woord dat drie keer in Js 22:16 voorkomt. Door het drie keer te gebruiken en dat in vragende zin legt de HEERE de klemtoon op de dwaasheid van Sebna alles alleen met de aarde en het hier-en-nu te verbinden. In zijn hoogmoed heeft hij zelfs al voor een rotsgraf gezorgd. Het is een praalgraf, uitgehouwen tussen de graven van de koningen (vgl. 2Kr 32:33). Ook bij zijn dood wil hij met eer behandeld worden.

Van zijn plannen zal echter niets terechtkomen (vgl. Lk 12:20-21) omdat de HEERE hem als een opgerolde bol touw zal wegslingeren (Js 22:17-18; vgl. 2Sm 18:17-18). Hij zal niet in het door hem uitgehouwen graf gelegd worden. Hij zal aan zijn einde komen in een vreemd land. In dat land zal van zijn arrogantie niets overblijven. Zijn praalwagens, die zijn luister moeten vergroten, zullen een schandvlek zijn voor “het huis van uw heer”, dat is Hizkia.

In Js 22:19 zegt de HEERE dat Hij Sebna – die net als Achaz in Jesaja 7 een voorafschaduwing van de antichrist is – met geweld uit zijn functie zal wegstoten. Sebna zal van zijn hoge post worden verdreven. Zo zal de HEERE ook door de koning van het noorden korte metten maken met de antichrist en hem verdrijven van zijn hoge post als koning van Israël.

Sebna zal het leven verlaten zoals hij het heeft geleefd: zonder God en zonder hoop. Zo zal het gebeuren met ieder die een hoge plaats in de wereld heeft gehad, maar met God geen rekening heeft gehouden en zonder geloof in Christus gestorven is. Hij zal als een bal naar een wijd uitgestrekt land geworpen worden. Zo zal het ook de antichrist vergaan.