Isaiah 28:15

Een verbond met de dood

Nadat Jesaja in de vorige verzen over de leiders van Jeruzalem heeft gesproken en wel vooral over de geestelijke leiders, spreekt hij nu tot de politieke leiders, de “heersers over dit volk dat in Jeruzalem is” (Js 28:14). In de toekomst zijn dit de regeringsambtenaren van de antichrist. Hij noemt hen ronduit “spotters”, verwijzend naar hun eerdere opmerkingen (Js 28:9-10) en stelt hun de vermetelheid van hun buitenlandse politiek voor de aandacht. Hun spotternij heeft hen gevoerd tot het uitdagen van God. Uitdagend maken ze er melding van dat ze een “verbond … met de dood” hebben gesloten en dat ze “met het rijk van de dood … een verdrag” zijn aangegaan. Daar rekenen ze op en niet op God. Daarin ligt voor hen hun kracht en niet in God.

Het lijkt erop dat hun politiek als volgt is. Ze hebben steeds met twee vijandelijke grootmachten te maken: Egypte in het zuiden en Assyrië in het noorden. Ze hebben heimelijk met Egypte – door Jesaja “de dood” en “het rijk van de dood” genoemd – een verbond gesloten om zich tegen Assyrië te kunnen verweren (Js 28:15). Ze zijn gewaarschuwd voor een inval van Assyrië (Js 8:7-8). Door het verbond met Egypte wanen ze zich nu veilig. Als Assyrië als “de [alles] wegspoelende gesel”, – “de roede” (Js 10:5) – komt, hebben ze een schuilplaats. Ze leveren zich liever met huid en haar aan leugen en bedrog uit dan dat ze hun vertrouwen op de HEERE stellen in overeenstemming met de oproep van Jesaja.

Profetisch zal Israël te maken krijgen met twee grootmachten. Het gevaar komt van de eerste, de Assyriërs, dat is de koning van het noorden, een alliantie van Arabische islamitische landen (waarschijnlijk sjiitisch), met daarachter hun machtige bondgenoot Gog, dat is Rusland. Om zich tegen hem te kunnen verweren zal Israël een verbond sluiten met een andere grootmacht, het herstelde Romeinse rijk, de verenigde staten van Europa. Het Woord van God noemt dit verbond een verbond met de dood en het rijk van de dood.

In tegenstelling tot de huichelachtige en daardoor onbetrouwbare politiek wordt de Godvrezende gewezen op een onwankelbare grondslag (Js 28:16). Daarover spreekt Jakob al in zijn zegenspreuk voor Jozef als hij zegt dat de kracht van Israël komt “van de Machtige van Jakob”, Die als “de rots van Israël” zijn Herder is (Gn 49:24). Deze rots of steen is niemand anders dan Christus, zoals we van de apostel Petrus weten die dit vers van Jesaja in zijn eerste brief citeert (1Pt 2:6).

Van Petrus leren we dat wat waar zal zijn voor het gelovig overblijfsel in de laatste dagen, voor ons nu al waar is. Christus is inderdaad “een beproefde steen”, wat we zien in wat Hem allemaal is overkomen tijdens Zijn eerste komst en verblijf op aarde. Christus is de levende steen tot Wie wij, die van nature stof zijn (Gn 3:19), mogen komen en in verbinding met Hem tot levende stenen worden gemaakt (1Pt 2:4).

Als Hij komt, blijkt dat Hij “een kostbare hoeksteen” is, “een steen ten grondslag”, een steen “die vast gegrondvest is”, letterlijk ‘een gefundeerd fundament’ ofwel een stevig fundament (vgl. Lk 6:46-49). Hoewel Hij nog niet zo is geopenbaard, ziet het geloof het al. Hij is wat de onstabiele mens nodig heeft.

Wie in Hem gelooft, wie op deze grondslag zijn vertrouwen stelt, sluit dan ook geen ijdel verbond en zal niet haasten, maar ziet uit naar Hem, naar Zijn komst. Het Hebreeuwse werkwoord ‘haasten’ betekent ‘weghaasten’, wegkruipen uit schaamte, omdat je beschaamd bent in datgene wat je hebt gemeend te kunnen vertrouwen. De Godvrezende “zal niet beschaamd worden” (vgl. Rm 9:33; Rm 10:11). Christus is altijd de weg tot behoudenis en uitredding.

Wie van de Israëlieten zijn vertrouwen stelt op de kracht van het beest, dat is het herstelde Romeinse rijk, zal beschaamd uitkomen. Wie echter zijn vertrouwen stelt op Christus, zal nooit en te nimmer beschaamd uitkomen, die zal niet weghaasten van schaamte. Dat geldt niet alleen voor Israël in de toekomst, dat geldt ook voor ons nu.

Wat voor de gelovige een vaste grondslag is, betekent voor de ongelovige het oordeel. Als Christus in Sion komt, zal Hij op volmaakt rechtvaardige wijze het recht hanteren (Js 28:17). “Meetlint” en “paslood” zijn nodig om een goed fundament te leggen. Voordat Christus Zijn koninkrijk kan beginnen, moeten alle overblijfselen van het werk van de antichrist worden verwijderd, zodat een goed fundament kan worden gelegd.

Door Zijn oordelen van hagel en water zal Hij de verbergplaatsen waar de leugen zich ophoudt en de verdragen met de dood wegvagen. Hagel en water zijn twee beelden die al eerder zijn gebruikt om te beschrijven wat de Assyriërs bewerken (Js 28:2), maar ze worden nu gebruikt om de uitwerking van de komst van de HEERE in het land te beschrijven.

“Het toevluchtsoord van de leugen” en “de schuilplaats” zullen “weggevaagd” en “overspoeld” worden. “Sion zal [als] een akker omgeploegd worden” (Mi 3:12). De leiders en de bevolking zullen door de “wegspoelende gesel” worden “afgeranseld” (Js 28:18). De Assyriërs van weleer hebben Jeruzalem nooit kunnen veroveren. Hieruit blijkt duidelijk dat de volle vervulling van deze profetieën nog toekomstig is (Zc 13:8; Zc 14:2).

In Js 28:18 wordt onze blik naast het direct aanstaande oordeel ook gericht op het oordeel in de verre toekomst – voor ons: de nabije toekomst. In de eindtijd zal het verbond van Js 28:15 een volle vervulling vinden. De dood is de antichrist. In hem is de duivel gevaren die “de macht over de dood had” (Hb 2:14). Het “verbond” dat de goddeloze massa onder aanvoering van de antichrist sluit, is een verbond met de dood. Met het rijk van de dood (sheol) hebben zij een “verdrag” gesloten. Het verdrag (met de dood) is het verbond dat de goddeloze massa van de Joden via hun hoofd, de antichrist, met het herstelde Romeinse rijk, dat is Europa, heeft gesloten.

Dit rijk komt uit de afgrond (Op 17:8). De satan is de inspirator ervan. Vanwege beide verbindingen zal het goddeloze Israël op een afschuwelijke manier Gods oordeel over zich heen krijgen. God zal daarvoor “de alles wegspoelende gesel”, dat is Assyrië, in dit geval de profetische koning van het noorden, ofwel een alliantie van Arabische islamitische landen, gebruiken (Dn 11:40-41). Het voltrekken van het oordeel zal achter elkaar plaatsvinden, “ochtend na ochtend” (Js 28:19). De leiders, die hebben geweigerd te luisteren naar de waarschuwingen, zullen dan tot hun afgrijzen beseffen dat dit de oordelen zijn waarvan ze hebben gedacht dat die hen toch niet zouden treffen.

Copyright information for DutKingComments