‏ Isaiah 30:27

Oordeel en feest

Na de beloften over de verlossing van Juda vinden we in de Js 30:27-33 een voorzegging van het oordeel van God over de alliantie van vijanden. Niet Egypte, maar God Zelf zal Assyrië vernietigen. Terwijl net als op zoveel andere plaatsen de directe vijand Assyrië is, wijst de profeet ook hier vooruit naar Assyrië in de toekomst. Opmerkelijk is dat vaak, nadat over het oordeel over Assyrië is gesproken, daarop de zegen van het vrederijk volgt.

De HEERE, dat wil zeggen Zijn Naam – dat is alles wat Hij is in Zijn verbinding met Israël –, komt ten oordeel (Js 30:27). Dat Zijn Naam “van ver” komt, wil zeggen dat Hij ver verwijderd is van de heidenvolken die Zijn volk willen wegvagen van de aardbodem. Dat betreft zowel het Assyrië in de dagen van Jesaja als het Assyrië, de koning van het noorden, in de toekomst.

Zijn komst ten oordeel is verbonden met vuur. We lezen dat “Zijn toorn brandt” en “Zijn tong is als verterend vuur” (vgl. Ml 3:2-3). Vuur jaagt schrik aan en verteert (vgl. 2Th 1:7-8). God is ook voor ons “een verterend vuur” (Hb 12:29). In Js 30:28 verandert Jesaja het beeld van oordeel door vuur in het beeld van oordeel door water, en vervangt hij “Zijn tong” door “Zijn adem”. De HEERE zal met “Zijn adem” (vgl. 2Th 2:8), die zal zijn als “een overstromende beek” (vgl. Js 8:7-8), de verzamelde volken oordelen. Een overstromende beek is een droge wadi, een droge rivierbedding in de woestijn. Normaliter is deze droog, maar bij een stortregen in de bergen kan hij in enkele minuten tijd tot een alles verwoestende, overstromende beek worden. Evenzo zal Gods oordeel plotseling en allesvernietigend zijn.

Als de HEERE in de nacht komt om de vijanden van Zijn volk te oordelen, zal het overblijfsel van Gods volk liederen zingen (Js 30:29). Het doet denken aan de nacht van de uittocht uit Egypte waarbij het oordeel over de verdrukkers van Gods volk komt (Ex 12:42) en het lied van de verlossing dat ze na hun bevrijding zingen (Ex 15:1). Ze zingen liederen met het oog op de komende dag. Het is een lied dat de opgang naar Jeruzalem bezingt, nog voordat de opmars erheen is begonnen.

Als “de Rots van Israël”, dat is de HEERE in Zijn onwankelbaarheid, voor hun aandacht staat, kan dit lied in geloof worden gezongen. We zien iets dergelijks bij Josafat die tijdens zijn oorlog het zangkoor vooraan plaatst (2Kr 20:21). We zien het ook bij Paulus en Silas die lofliederen zingen, voordat de aardbeving en de bevrijding plaatsvinden (Hd 16:25-26).

In Js 30:30 vervolgt Jesaja zijn beschrijving van de komst van de HEERE. Op indrukwekkende wijze beschrijft hij de majesteit van Zijn komst. Het zal Assyrië schrik aanjagen (Js 30:31; vgl. 1Sm 7:10). Assyrië, dat eens door God als roede is gebruikt om Zijn volk te tuchtigen (Js 10:5), terwijl Assyrië daar zelf een stok en staf voor heeft gebruikt (Js 10:24), zal nu door de HEERE met de roede worden geslagen. Elke slag met Gods stok zal raak zijn. Het slaan zal gebeuren als het ware op de maat van de bevrijdingsliederen die het overblijfsel onder begeleiding van muziekinstrumenten zal zingen (Js 30:32).

Copyright information for DutKingComments