Isaiah 37:14-20

Het gebed van Hizkia

De koning van Assyrië heeft de boodschap van de vorige verzen schriftelijk aan Hizkia gezonden. Als Hizkia de inhoud ervan tot zich heeft genomen, gaat hij weer naar de tempel (Js 37:14; Js 37:1). In het begin van de dreiging is Hizkia ook naar de tempel gegaan, maar dan om het goud eruit weg te nemen en dat aan Sanherib te geven om de dreiging af te kopen (2Kn 18:15-16). Nu staat er dat hij ‘opgaat naar het huis van de HEERE’ om zijn nood aan de HEERE voor te leggen.

Eerst legt hij de brieven open voor het aangezicht van de HEERE neer, als het ware om Hem de brieven te laten lezen. Dan bidt hij en legt zijn nood aan de HEERE voor (Js 37:15). Hij maakt zijn probleem tot een probleem van de HEERE. Het gebed dat Hizkia uitspreekt, is een van de mooiste uitingen van een bezwaard hart die we in de Schrift opgetekend vinden. Het gebed is kort en doelgericht. Het is zuiver in zijn bewoordingen.

Hij begint met de grootheid van de HEERE uit te spreken (Js 37:16). Bij die grootheid moet elke aardse tegenstand in het niet verdwijnen. Niet dat Hizkia nu geen moeilijkheden meer ziet. Hij vraagt aan die grote God Zich niet blind en doof te houden voor zijn smeking. Hij vraagt de HEERE om al de snoevende woorden die Sanherib over Hem heeft gesproken niet langs Zich heen te laten gaan. Het zijn immers woorden waarmee “de levende God” is gehoond (Js 37:17)? Het gaat Hizkia niet om wat tegen hem persoonlijk is gezegd, maar om wat tegen de HEERE is gezegd. Hizkia kent de HEERE als de levende God (vgl. Js 37:4). Dat maakt het grote verschil met de goden van de volken, want dat zijn allemaal dode afgoden.

Hizkia doet niet kleinerend over de overwinningen die de koningen van Assyrië hebben behaald (Js 37:18). Hij sluit zijn ogen niet voor de feiten en erkent wat waar is in de woorden van de vijand. Dat hun goden hen niet hebben kunnen redden, is voor hem echter geen wonder. Het zijn goden die je in het vuur kunt gooien, omdat het goden zijn die door mensenhanden zijn gemaakt (Js 37:19). Dat God toch nu Zijn majesteit zal tonen door Zijn hulpeloos volk te verlossen uit de macht van de koning van Assyrië (Js 37:20). Dat zal een getuigenis zijn voor alle koninkrijken van de aarde dat de HEERE alleen God is! Hizkia zoekt de behoudenis van de volken.

Copyright information for DutKingComments