Isaiah 37:30

De HEERE voor Hizkia

In het vorige gedeelte heeft de HEERE over en tot de koning van Assyrië gesproken (Js 37:22). In Js 37:30 richt Hij Zich tot Hizkia en belooft hem een teken van de bevrijding. Dit teken komt niet vóór, maar ná de bevrijding. Als het teken in vervulling gaat, is het bewijs geleverd dat de HEERE de verlossing heeft bewerkt. Door de belegering hebben ze niet kunnen oogsten en ook niet kunnen zaaien. Na de bevrijding zullen ze eten wat vanzelf is opgekomen uit de uitgevallen korrels van het voorgaande jaar. Daarna zullen ze weer kunnen zaaien en op de gestelde tijd van de vrucht kunnen eten.

De profeet gebruikt dit als een beeld van het volk zelf. Zoals er een oogst zal overblijven voor het volk, zo zal er van het volk na de oordelen een nieuwe bloeitijd aanbreken (Js 37:31). Dit zal gebeuren door een overblijfsel, “wat overgebleven is” (Js 37:31; Js 37:32), dat uit Jeruzalem zal uitgaan (Js 37:32). De HEERE zal daar in Zijn na-ijver voor Zijn volk voor zorgen. Dat zal gebeuren nadat de gemeente is opgenomen.

De profetie eindigt met de verzekering dat de koning van Assyrië op geen enkele wijze een bedreiging zal vormen (Js 37:33). Hij zal geen enkele poging tot verovering kunnen ondernemen, maar van de stad wegtrekken (Js 37:34). De HEERE neemt de stad in bescherming en zal haar verlossen (Js 37:35). Daarvoor heeft Hij twee redenen. De eerste reden is Zijn eigen verbinding met de stad. Hij heeft Zijn eer aan haar verbonden en daarom beschermt Hij haar. De tweede reden is Zijn belofte aan Zijn knecht David, de man naar Zijn hart.

Hij heeft Jeruzalem aan David gegeven en in David aan de ware David, de Messias, de komende Koning, Die eenmaal in gerechtigheid in de stad van de vrede zal regeren. De HEERE geeft hier profetisch de belofte van het herstel van Israël in het duizendjarig rijk, onmiddellijk na de bovennatuurlijke vernietiging van de Assyriër.

Copyright information for DutKingComments