Isaiah 42:12

Oproep om de HEERE te loven

De Js 42:10-17 zijn van toepassing op het vrederijk. Dit gedeelte bevat enkele van de ‘nieuwe dingen’ van Js 42:9. Zo is er, nadat de verlossing is genoemd (Js 42:9) “een nieuw lied” (Js 42:10). Het is het lied van lofprijzing dat de volken zullen zingen die zich vroeger in geestelijke duisternis hebben bevonden. Het eerste lied van de Bijbel, het lied van Mozes (Ex 15:1), wordt gezongen door een verlost volk. Dat geldt straks ook voor het lied van Mozes en het Lam (Op 15:3). Dat geldt ook hier in de Js 42:10-12. Het werkwoord ‘zingen’ wordt nooit gebruikt voor engelen. Zingen is voorbehouden aan verlosten.

Het is een algemene oproep die over de hele aarde klinkt. De oproep begint bij hen die het verst weg zijn, de zeelieden; hij gaat verder naar hen die vlakblij wonen, namelijk de Arabieren in de woestijn; en hij eindigt bij het Joodse volk dat in de hoge bergen woont.

Js 42:11 spreekt over Kedar. Dat is de naam van de tweede zoon van Ismaël (Gn 25:13). In deze naam worden de Arabieren voorgesteld. Het is de verzamelnaam voor de Arabische stammen (Js 21:13-17; Ez 27:21). “Zij die in de rotsen wonen”, wordt ook wel vertaald met ‘bewoners van Sela’, een plaats waar de Edomieten woonden. De woestijn waarvan hier sprake is, is die van Arabië. De Arabieren zullen in de toekomst niet langer de valse profeet Mohammed volgen, maar de HEERE heerlijkheid geven en Zijn lof tot het uiterste van de aarde verkondigen (Js 42:12).

Copyright information for DutKingComments