Isaiah 44:7-8
Er is geen andere God
In Js 44:6 spreekt de HEERE er voor de derde keer over dat Hij de “Verlosser” (of: Losser) van Israël is (Js 41:14; Js 43:14). Dan stelt Hij Zichzelf op weer andere wijzen voor, die tegelijk nieuwe verwijten betekenen voor hun dwaze afgoderij. Hij zegt van Zichzelf: “Ik ben de eerste en Ik ben de laatste.” Dat doet Hij drie keer in Jesaja (Js 41:4; Js 44:6; Js 48:12). Ook de Heer Jezus noemt Zichzelf drie keer zo (Op 1:17; Op 2:8; Op 22:13), waarmee Hij Zijn Godheid laat zien en tevens de eenheid in de Godheid, het eeuwig voorbestaan en de absolute verhevenheid. Het geeft aan dat alles wat geschapen is, bezield en onbezield, het bestaan aan Hem te danken heeft en dat het begin, de loop en het einde onder Zijn verheven controle staan. Daardoor mag Israël er zeker van zijn dat alle Goddelijke beloften en toezeggingen vervuld zullen worden, want ze zijn gedaan door Hem, Die hun “Koning”, “de HEERE van de legermachten” is. In onze omstandigheden is Hij, Die ons heeft verlost, ook de Eerste en de Laatste, want Hij is God de Zoon (Jh 1:1). Hij staat aan het begin en aan het einde, want Hij is de Schepper (Ko 1:16). Hij is ook “de Alfa en de Oméga” (Op 22:13), de eerste en de laatste letter van het Griekse alfabet, want Hij is het Woord van God (Jh 1:1). Hij staat aan het begin van ons nieuwe leven in Christus, Hij zal met ons zijn en zal al Zijn raadsbesluiten ten aanzien van ons vervullen. Zo is Hij ook het begin, de loop en de voleinding van onze speciale dienst die Hij ons heeft toevertrouwd. In de Js 44:7-8 herhaalt de HEERE wat Hij ook al eerder heeft gezegd (Js 41:22-23; Js 43:9-10). Er is maar één God, de Eerste en de Laatste, de ene ware God van het verleden, Die in staat is om de toekomst te bepalen en dus ook te verkondigen. Opnieuw spreekt Hij de uitdaging uit of er iemand is die dingen kan verkondigen of verklaren zoals Hij dat doet, en dat in geregelde orde. Hij heeft dat Zelf wel gedaan sinds Hij “een eeuwig volk een plaats gegeven” heeft. Hij heeft profeten onder hen verwekt die “de toekomstige dingen, dat wat komen zal”, hebben verkondigd. Laat de goden en profeten van de heidenvolken zulke dingen maar eens verklaren. Geen god van de heidenen kan deze uitdaging beantwoorden. Daarom kan Israël vrij van angst zijn en op God vertrouwen, naast Wie er geen andere is. Ondanks alle aanvallen van de satan zijn zij getuigen van Wie Hij is en van het onveranderlijke karakter van Zijn raadsbesluiten. Waarom zouden ze verschrikt zijn en vrezen als Hij hun Rots is (Dt 32:4; 15; 18; 30; 31; 1Ko 10:4)? De rots stelt onbeweeglijkheid, kracht en bescherming voor. Laten wij, die Hij als Zijn getuigen hier heeft gelaten, daar onze steun in vinden. De dingen om ons heen zijn in beweging en onzeker. Alles verandert, regeringen wisselen, maar Hij blijft Dezelfde (Hb 1:12; Hb 13:8).
Copyright information for
DutKingComments