‏ Isaiah 47:3-4

Het oordeel aangezegd

Het vorige hoofdstuk geeft het oordeel over de goden van Babel. Dit hoofdstuk verklaart het oordeel over Babel zelf. De HEERE spreekt Babel rechtstreeks aan. Hij laat haar zien hoe enorm ze zal worden vernederd. Haar trots zal tot in het stof vernederd worden (Js 47:1). Zij die eerst een koningin en gebiedster is, moet nu het vermoeiende handwerk van een slavin doen. Als een gevangene zal ze worden gedwongen haar zedigheid op te geven en door rivieren te waden (Js 47:2-3).

Al deze vernedering heeft Babel te wijten aan zichzelf door haar wrede behandeling van Gods volk. De HEERE wreekt Zich aan hen en bewijst Zich als de Verlosser van Zijn volk (Js 47:4). Als de “HEERE van de legermachten” bezit Hij absoluut gezag. Als “de Heilige van Israël” geeft Hij aan wat het karakter van Zijn volk moet zijn in hun verbinding met Hem. Ook geeft het de tegenstelling aan met het onheilige karakter van Babel.

Hoewel de HEERE hier tot Babel spreekt, is de boodschap gericht tot Israël, tot hen die ook in de zonde van afgoderij zijn gevallen. Door het einde te zien van de weg van afgoderij moet Israël leren om dit kwaad grondig te veroordelen in hun eigen hart. Zoals vaker gebeurt, wordt ook hier het oordeel beschreven in de voltooid verleden tijd, alsof alles reeds heeft plaatsgevonden.

In de nabije toekomst zal het loflied van Js 47:4 opnieuw klinken uit de mond van Israël, als de val van Babylon wordt aangekondigd (Op 19:1-3). Babylon is daar in beeld het naamchristendom van Europa, het pausdom, dat eerst macht heeft over het beest, de dictator van het herstelde Romeinse rijk, het verenigd Europa, maar daarna door het beest wordt vernietigd (Op 17:3-4; 16).

Copyright information for DutKingComments