Isaiah 48:16

De HEERE in Zijn absolute Godheid

Een tweede keer wordt het volk opgeroepen om te luisteren (Js 48:12; Js 48:1), en ook nog een derde en een vierde keer (Js 48:14; 16). Bij Zijn tweede oproep stelt de HEERE Zich voor in Zijn absolute Godheid. Hij is “Dezelfde”, de Eeuwige, de Onveranderlijke (Js 41:4; Js 44:6). Wat hier van de HEERE wordt gezegd, wordt ook van Christus gezegd (Op 1:8; 17; Op 22:13) en bevestigt opnieuw dat de Heer Jezus God is. Hij is “de Eerste”, dat wil zeggen dat Hij aan het begin van de geschiedenis staat. Hij is ook “de Laatste”, wat wil zeggen dat Hij aan het einde van de geschiedenis er nog steeds is.

Ook wijst Hij op Zijn indrukwekkende macht als Schepper (Js 48:13). Christus is de Schepper (Ko 1:16; Jh 1:3; Hb 1:2). Hij is de God Die alles tot stand brengt. Zo bestuurt God met Zijn machtswoord de hele geschiedenis en leidt haar naar haar voleinding in Christus.

Zijn derde oproep aan het volk om te luisteren is verbonden aan de macht waarmee Hij de gebeurtenissen bestuurt (Js 48:14-15). Wie onder alle afgoden is Hem daarin gelijk? Zij hebben het niet kunnen voorzeggen en nog minder kunnen bewerken. Hij heeft Kores lief om het werk dat deze voor Hem zal doen. Hiermee wijst Hij weer op de Heer Jezus en Zijn werk. Kores is door de HEERE als de verwoester van Babel geroepen en Hij zal zijn weg voorspoedig maken.

We zien hier Kores weer als een type van de Heer Jezus. De liefde van God voor Kores herkennen we in de liefde van God de Vader voor Zijn Zoon, die duidelijk beschreven wordt in het evangelie naar Johannes (Jh 3:35; Jh 5:20; Jh 10:17; Jh 15:9; Jh 17:23-26). Zoals Kores destijds Babel heeft geoordeeld en Israël heeft doen terugkeren naar zijn eigen land, zo zal de Heer Jezus Christus het Babylon van de eindtijd oordelen en het gelovig overblijfsel van Israël redden.

De vierde keer dat Hij het volk zegt dat ze moeten horen, is omdat Hij als God Zijn macht heeft bewezen om toekomstige dingen aan te zeggen en die ook te vervullen (Js 48:16a). Dat heeft God altijd op een duidelijke en open wijze gedaan, in tegenstelling tot het onduidelijke gemompel en gefluister van de afgoden.

De “mij” die in Js 48:16b wordt genoemd, is een andere dan de “Mij” in het eerste deel van het vers. Daar gaat het om God en dat is altijd de drie-enige God: Vader, Zoon en Heilige Geest. Het slot van Js 48:16 voert ineens de Knecht van de HEERE sprekend in. De “mij” in Js 48:16b moet daarom in feite ook met een hoofdletter worden geschreven. Dat Christus aan het woord is, kunnen we concluderen uit een vergelijking met het eerste vers van Jesaja 61 (Js 61:1).

Dit slot levert opnieuw een treffend bewijs van de drie-eenheid van God (vgl. Js 6:8). Er is sprake van de HEERE, dat is God Die wij als Vader mogen kennen, van “Mij”, dat is de Knecht, en van de Geest. Ook in Jesaja 11 en Jesaja 42 vinden we de drie Personen van de Godheid: de HEERE, de Knecht en de Geest (Js 11:2; Js 42:1). De woorden van de Knecht zijn ongetwijfeld een inleiding op wat Hij over Zichzelf zal verklaren in het volgende hoofdstuk (Js 49:5-6).

Copyright information for DutKingComments