Isaiah 54:16

Sion onaantastbaar

In deze verzen worden de toekomstige heerlijkheid en het toekomstige geluk van Gods aardse volk beschreven. Dat gebeurt in een prachtige verscheidenheid van wegen die ertoe dienen om de komende bevrijding voor te stellen en de gevolgen daarvan in tegenstelling tot de huidige ellende. Deze laatste toestand zien we in het begin van Js 54:11.

De “ellendige” of de verdrukte laat zien hoe ze onder de antichrist in de grote verdrukking is geweest. Het “stormweer” stelt de vijandige machten voor – de koning van het noorden – die onder aanvoering van de satan Gods volk hebben gebeukt om het te vernietigen. “Ongetrooste” laat zien dat zij zonder trooster was. Ze moest het oordeel van Lo-Ammi, dat betekent ‘niet Mijn volk’ (Hs 1:9), ondergaan en was daardoor verstoken van de troost van God. Maar de HEERE zal Jeruzalem doen blinken en een onwankelbare grondslag van edelstenen geven. De stenen worden gevat in “schitterend zilverwit” en het fundament bestaat uit “saffieren”.

De bodemschatten, die de mens tot zijn eigen heerlijkheid opdelft, weerspiegelen de kenmerken van God en van Christus en zullen daartoe dienen in het vrederijk. We zien dat bijvoorbeeld in de “poorten van robijn”. De robijn heeft een bloedrode kleur en herinnert aan het bloed van Christus en het werk van de verzoening. Dan beantwoordt al het geschapene onder de heerschappij van de Heer Jezus aan zijn ware bedoeling. De stad zal glanzend stralen vanwege alle aardse heerlijkheid die de HEERE haar heeft gegeven en waarmee Hij haar als een bruid versiert (Js 54:12; vgl. Op 21:18-21). Al deze heerlijkheid doet denken aan de heerlijkheid van Christus.

In de weerspiegeling van de heerlijkheid van Christus zullen de kinderen van Jeruzalem “zonen” zijn die als leerlingen door de HEERE zijn onderwezen (Js 54:13). De stenen worden hier “zonen” genoemd. “Kinderen” is hier geen juiste vertaling; in het Hebreeuws is het verschil slechts één letter. Als leerlingen van de HEERE zullen ze lijken op de ware Knecht van de HEERE, de Messias, Die ook de ware Leerling, of Discipel, is geweest (Js 50:4; vgl. Js 8:16). Zij zullen geen menselijk onderwijs nodig hebben om zich als zonen te gedragen.

Door God geleerd (Jh 6:45; 1Th 4:9), zullen ze tot erkenning van zonde komen en zal na de bekering liefde hun gemeenschappelijk kenmerk zijn. Ze zullen elkaar daarover geen onderwijs hoeven te geven (Jr 31:34). Dat onderwijs krijgen zij door hun oog op de volmaakte Leerling of Discipel te richten, de volmaakte Knecht. Al dit geluk, al dit heil, al deze zegen zal genoten worden op basis van Goddelijke gerechtigheid (Js 54:14).

Ze zullen niet langer worden onderdrukt door vijanden. Verdrukking zal ver van hen verwijderd zijn. Ze hoeven niet bang te zijn voor een herhaling van hun ellende door de hand van volken die door de HEERE waren gezonden, zoals Assyrië en Babel. Wagen de vijanden toch een poging om hen aan te vallen, dan zal dat de val van die volken zelf betekenen en wel door middel van het volk van God (Js 54:15). Jeruzalem zal onneembaar zijn. Alle dingen zijn in de hand van de HEERE (Js 54:16). Er is geen macht ter wereld die het tegen God kan opnemen want die macht is door Hem geschapen (vgl. Es 7:6-10).

Dat mag ons tot troost zijn. Hij is altijd sterker dan de macht die tegen ons is. Daarom zal geen wapen dat tegen Zijn volk wordt gesmeed, met succes worden gebruikt (Js 54:17). Zijn scheppende macht gebruikt Hij om Zijn volk te verdedigen. Hij zal hun tevens de woorden geven om zichzelf te verdedigen tegen elke aanklacht.

De slotregels van het hoofdstuk sommen alle voorgaande beloften op en beschrijven die als “het erfelijk bezit van de dienaren van de HEERE”. Dé Dienaar van de HEERE heeft alles verdiend, het is Zijn rechtvaardige beloning; de dienaren van de HEERE delen erin op grond van genade. Hij heeft er recht op omdat gerechtigheid Hem eigen is; zij krijgen dat recht of die gerechtigheid op grond van genade.

Terwijl de ware Knecht Zelf de Rechtvaardige is, is de gerechtigheid die aan het volk wordt gegeven, gegrond op genade: “Hun gerechtigheid is uit Mij, spreekt de HEERE. Op deze wijze zal Jeruzalem gevestigd worden. Israël zal niets kunnen claimen als gevolg van eigen verdienste, net zomin als wij, die “gerechtvaardigd zijn door Zijn genade, door de verlossing die in Christus Jezus is” (Rm 3:24), dat kunnen.

Copyright information for DutKingComments