Isaiah 56:11

Oordeel over de goddelozen

Met Js 56:9 begint een nieuw gedeelte dat doorloopt in Jesaja 57. We zijn in een heel andere sfeer met een heel andere toon. Het gaat niet meer over herstel, maar over oordeel. Terwijl de gelovige heidenvolken en verstotenen gered worden, gaat het oordeel tot de afvalligen in Israël, de volgelingen van de antichrist. De wilde dieren, dat zijn de Assyriërs onder aanvoering van de koning van het noorden, worden opgeroepen om zich tegoed te doen aan het ongelovig deel van het volk Israël (Js 56:9).

Dat is het gevolg van de houding van hun leiders, die wachters van het volk zijn en die de taak hebben het volk voor gevaar te waarschuwen. De veiligheid van het volk gaat hun echter helemaal niet aan het hart (vgl. Jr 6:17). Ze zijn er blind voor (Js 56:10). Ze denken alleen aan eigen gemak en genot. Ze dromen, liggen neer, sluimeren en zijn blind voor de geestelijke waarden en realiteit. Van die houding gaat als het ware de oproep uit aan de wilde dieren om hen te komen verslinden. De HEERE oordeelt nooit zonder de rechtvaardigheid van het oordeel te tonen. Dat doet Hij door de morele toestand van het volk en hun leiders te openbaren.

Deze leiders ontwaken alleen uit hun eigen gemak als ze zich kunnen overgeven aan genotzucht, zwelgpartijen en drinkgelagen (Js 56:11). Het zijn honden die zich volvreten om aan hun genotzucht te voldoen, maar ze kunnen niet blaffen om het volk te waarschuwen. Het zijn waardeloze herders. Ze gaan hun eigen weg, de weg die hun het meeste oplevert. Als er al een gedachte aan morgen is, dan alleen om dan nog meer te zwelgen (Js 56:12).

Allen die de Heer Jezus een verantwoordelijkheid heeft gegeven om als herders voor Zijn kudde te zorgen, moeten waken voor een geleidelijk afnemen van hun verplichtingen tegenover de kudde. Ze moeten ook waken tegen het heersen over de kudde of het uit zijn op onrechtmatige winst (1Pt 5:2-3).

De geschetste situatie is ook op vandaag van toepassing. Wie heeft nog de moed om geestelijke verantwoordelijkheid te nemen en te waarschuwen voor het verwereldlijken van de gemeente, voor allerlei moderne afgoden als psychologie, welvaartsevangelie, cultische mode, voor wolven in schaapskleren die onder de dekmantel van het christendom dwaalleringen verbreiden? Wie waarschuwt de jonge mensen in de gemeente nog voor de charismatische dwalingen van onze tijd, zoals tongentaal, visioenen en zogenaamde profetische boodschappen? Daar tegenover moet de oproep klinken om zelf Gods Woord te bestuderen om niet ten prooi te vallen aan allerlei wind van leer.

Copyright information for DutKingComments