‏ Isaiah 59:18

Verontwaardiging van de HEERE

Er is niemand die de kant van God kiest tegen de gruwelen en hun onvermijdelijke gevolgen (Js 59:16). Hij ziet het kwaad, maar Hij ziet niemand die zich dat aantrekt en er iets aan gaat doen. In de dagen van het gouden kalf is er nog een Mozes die voor het volk tussenbeide treedt, maar hier is niemand (vgl. Op 5:4).

Tot op dit moment is er geen hulp mogelijk. Niet van beneden, en ook niet van boven. Maar nu het volk tot inkeer is gekomen en om genade roept, nu zij tot belijdenis komen met een werkelijk verbroken hart, nu kan hulp van boven komen, nu komt de HEERE Zelf, met ontferming bewogen.

Als dan niemand het voor het volk opneemt – en er is ook niemand die het zou kunnen! (Ps 49:8-9) –, zal Hij het Zelf gaan doen. Hij zal Zelf de Verlosser van Zijn volk zijn (Js 59:20). Niemand hoeft Hem te helpen. Zijn eigen arm, beeld van Zijn kracht om iets uit te voeren, biedt Hem hulp. Zijn handelen gebeurt op basis van Zijn gerechtigheid. Daar steunt Hij op.

In de daaropvolgende beschrijving van waarmee Hij Zich bekleedt (Js 59:17), hebben we beelden van de verschillende openbaringen van Zijn kenmerken en macht, de handelingen van Zijn gerechtigheid en Zijn genade. In de kleding wordt het innerlijk openbaar. “De gerechtigheid” is Zijn “harnas”, “het heil” is Zijn “helm”, “de wraak” is Zijn “gewaad” en “de na-ijver” is Zijn “mantel”.

Het is beeldspraak. De HEERE tooit Zich met deze vier eigenschappen. Het herinnert aan de wapenrusting van de gelovige in de brief aan de Efeziërs, waar de kledingstukken bestaan uit de geestelijke wapens die ons ter beschikking staan om de vijand te weerstaan (Ef 6:13-17). Er is wel dit verschil dat de HEERE geen verdediging nodig heeft. Hij gebruikt deze wapens om Zich te wreken op Zijn vijanden.

Als verklaring van de kleding van de HEERE volgt een profetie die de grote toekomstige gebeurtenissen in verbinding met Israël in orde ontvouwt. Ten eerste zal de HEERE handelen met de opstandelingen in Israël en straf uitoefenen over hen in het volk die zich volhardend verbinden met de antichrist. Zij zijn de tegenstanders naar wie in het eerste deel van Js 59:18 wordt verwezen. Hij zal hen naar hun daden vergelden. In de tweede plaats zullen de oordelen vallen op “Zijn vijanden” in de wereld van de heidenen en “de kustlanden”, die zich allen zullen verzamelen tegen de HEERE en tegen zijn Gezalfde (Ps 2:2).

Door het optreden van de HEERE zal er vrees voor Hem ontstaan bij hen die de toorn van God te duchten hebben, gevolgd door een gedwongen onderwerping aan en erkenning van de rechten van God en Zijn Zoon (Js 59:19). Deze vijanden zijn de volken die ten strijde gaan tegen Israël onder aanvoering van de Assyriër, de koning van het noorden. Zij zullen komen “als een rivier”.

Copyright information for DutKingComments