Isaiah 63:5-6

De HEERE oordeelt de volken

Deze verzen bevatten een dialoog tussen het verloste overblijfsel van Israël, bevrijd van hun grote verdrukking, en de HEERE. Het is de tijd van Christus’ persoonlijke tussenkomst om de heidenen te verslaan die zich onder de antichrist in Israël hebben verzameld. Daarom volgt dit gedeelte terecht na de Goddelijke beloften van het vorige hoofdstuk.

Het Joodse volk, bevrijd van hun vijanden, stelt met verbazing over Zijn kracht en heerlijkheid de vraag Wie de grote Bevrijder is (Js 63:1). Hij is de Overwinnaar, Die komt aan het hoofd van Zijn legers (Op 19:13-14). Maar waarom komt Hij van Edom en Bozra? Het antwoord op deze vraag vinden we door Psalm 29:1-8 met Daniël 11:45 te vergelijken (Ps 29:1-8; Dn 11:45). In Daniël 11:45 is sprake van de militaire basis van de koning van het noorden, nadat hij van het veroveren van Egypte is teruggekomen. Hij heeft zich daar gelegerd om van daaruit de verzamelde legers van het herstelde Romeinse rijk, dat is West-Europa, te verslaan. Al de heidenvolken zijn dan verzameld voor de oorlog in het dal van Harmagedon (Op 16:16).

Psalm 29 beschrijft profetisch het verslaan van al die naties door de kracht van de stem van de HEERE. Het verslaan begint in Libanon (Ps 29:5-6) en gaat verder naar Kades, waarvan het centrum Bozra in Edom is. De verdelging is snel en compleet. De afstand van Sirjon in Libanon tot Bozra in Edom is, uitgedrukt in stadiën, zestienhonderd stadiën, dat is ongeveer driehonderd kilometer; één stadie is ca. honderdvijfentachtig meter. Dit is precies de afstand die in Openbaring 14 wordt genoemd in een gedeelte dat overeenkomt met wat we hier in Jesaja lezen (Op 14:20). Het gaat in beide gedeelten over de wijnpersbak van de totale, niets sparende toorn van God. De harmonie van de verschillende delen van de Schrift wordt hierdoor weer eens duidelijk geïllustreerd.

In antwoord op de vraag van het volk zegt de HEERE: “Ik ben het, Die spreek in gerechtigheid, Die machtig ben om te verlossen.” “Die spreek” komt overeen met “de stem van de HEERE” in Psalm 29 (Ps 29:3-8; vgl. Ps 2:5) en “het zwaard dat kwam uit de mond van Hem Die op het paard zat” in Openbaring 19 (Op 19:21). Zijn gerechtigheid zal dan geopenbaard worden in de bevrijding van Zijn aardse volk.

In Js 63:2 stellen ze een nieuwe vraag. Het antwoord van de HEERE in de Js 63:3-4 maakt de tijd van de gebeurtenis duidelijk, namelijk dat het gaat om de definitieve vernietiging van de heidense machten vlak voor het vrederijk. Dit levendige beeld van het treden van de wijnpers wordt ook in andere gedeelten beschreven (Jl 3:9-16; Op 14:17-20; Op 19:15).

Het is het beeld van de oosterse wijnpersbak. De ingezamelde druiven worden met de blote voeten geperst, zodat het rode sap eruit vloeit. De kleding van de wijnperser wordt daardoor besmeurd met het rode sap. Het is er een beeld van dat het oordeel door God Zelf wordt voltrokken. Tevens is daar een woordspeling, want ‘Edom’ betekent ‘rood’. Bozra, de hoofdstad van Edom, is een woord dat verwant is met batsar dat betekent ‘inzamelen van druiven’.

Hier worden jaar en dag weer tegenover elkaar gesteld (vgl. Js 61:2). De tijd van de wraak van de HEERE is kort (Rm 9:28). Tegelijkertijd is deze wraak het begin van een tijdperk waarin de vijand van Israël voorgoed verslagen is: “Het jaar van Mijn verlosten was gekomen.”

Zijn antwoord gaat verder in de Js 63:5-6. Het blijkt dat Hij alleen is in Zijn grote liefde voor Zijn volk. Niemand deelt daarin met Hem (vgl. Js 59:16). Waar Hij ook kijkt, er is niemand die Zijn volk helpt. Tot Zijn ontzetting moet Hij constateren dat er niemand is die Zijn volk ondersteunt. Daarom zal Hij alleen de zaak van Zijn volk behartigen en het voor hen opnemen. Als een eenzame, maar oppermachtige Strijder, tegen Wie alle verzet volkomen zinloos is, stort Hij Zijn toorn uit over Zijn vijanden en die van Zijn volk. Hij geeft Zijn vijanden de wijn van Zijn gramschap te drinken, waardoor zij dronken worden en neervallen.

Copyright information for DutKingComments