Jeremiah 10:19

Verbanning voor het zondige Israël

De toon van de profeet verandert weer. De HEERE roept Jeruzalem – “u die in de vesting woont” – op zich voor te bereiden op hun wegvoering in ballingschap (Jr 10:17; vgl. Ez 12:3-16). Ze moeten maar alvast bij elkaar pakken wat ze voor de ballingschap nodig hebben. Ze mogen zich misschien wel in hun vesting veilig voelen, maar dat is een schijnveiligheid.

De HEERE gaat Zijn volk de gevolgen van hun ontrouw laten ondervinden door hen weg te slingeren (Jr 10:18). Hun wegvoering naar Babel zal plaatsvinden met de kracht en snelheid van een steen die wordt weggeslingerd, zonder zich daartegen te kunnen verzetten, zoals een steen zich niet verzet als hij weggeslingerd wordt. De HEERE zal hen benauwen met de verschrikkingen van de ballingschap. Dan zullen ze de waarheid ondervinden van alle waarschuwingen die hun door de HEERE gegeven zijn.

Bij het horen van deze woorden krimpt Jeremia ineen (Jr 10:19). Hij maakt zich een met hen die weigeren naar zijn boodschap te luisteren en daarom geoordeeld worden. Hij heeft zijn volk zo lief, dat hij de oordelen van God over Zijn volk als een ziekte op zich voelt drukken en die hij, zonder hoop op genezing, moet dragen (vgl. Na 3:19a).

Door Gods oordeel is hij alles kwijtgeraakt waar hij rust en gezelschap heeft gevonden (Jr 10:20). Daaronder kunnen we de tempel verstaan, maar ook Jeruzalem en het hele land. De touwen, de verbindingen, wat alles bij elkaar houdt, zijn verbroken. Niemand heeft nog ergens houvast. Er is ook niemand die een verandering ten goede kan bewerken, die de tent weer kan opzetten en de tentkleden weer opstelt. Niemand kan het kwijtgeraakte herstellen. Zo groot zijn de verwoesting en verlatenheid.

Jeremia kent de oorzaak wel. De herders, de leiders van het volk, koningen als Jojakim en Zedekia en lagere bestuurders, hebben de HEERE verlaten (Jr 10:21). Ze hebben Hem niet geraadpleegd en dan is het onmogelijk om verstandig te handelen. Hun verkeerde voorbeeld heeft het hele volk als een kudde verspreid. De eenheid is weg.

Het angstaanjagende geluid van naderend oordeel volgt (Jr 10:22). Het gerucht bereikt de stad dat de legers van Babel in het noorden het land zijn binnengevallen. De gevolgen zijn duidelijk. Ze zullen de steden van Juda tot een woestenij maken. Mensen zullen er niet meer kunnen wonen. Het zullen verblijfplaatsen van jakhalzen worden.

Copyright information for DutKingComments