Jeremiah 10:24

Gebed voor het volk

Jeremia, die zich hier een maakt met het volk, spreekt uit dat hij weet dat niet de mens zijn eigen weg bepaalt, maar dat de HEERE dat doet (Jr 10:23; Sp 20:24; Ps 37:23; Sp 16:9). De mens is volledig afhankelijk van Hem, zelfs al verzet hij zich tegen Hem. Wie tot dat inzicht komt en dat aanvaardt, heeft de weg terug naar Hem gevonden. Het gevolg is rust voor de ziel en vertrouwen op Hem, terwijl ook wordt erkend dat er bestraffing verdiend is.

Het besef dat God alle dingen leidt en bestuurt, brengt tot overgave aan Hem. Het is niet bedoeld om de verantwoordelijkheid uit te schakelen, maar om in te zien dat alles in Zijn hand ligt. Hij bepaalt de loop van de gebeurtenissen en niet de mens in zijn opstand tegen Gods wil. Zoals een kapitein zijn anker niet in het schip, maar buiten het schip uitwerpt, zo moet de mens zijn heil niet verwachten van zichzelf, maar van de Heer. Hij moet niet de weg van mensen zonder God aanleren (Jr 10:2), maar hij moet leren de weg van de Heer te gaan.

Bij de erkenning van Gods rechtvaardige handelen hoort ook de vraag naar straf of tucht of correctie (Jr 10:24). Ook hier maakt Jeremia zich een met het volk. De vraag wordt niet in hoogmoed gesteld. Het is een vraag die wordt gesteld in het besef dat we, als we krijgen wat we verdienen, er niets van ons overblijft. Dan staan we op de bodem van de genade en zullen we Zijn correctie kunnen zien als een bewijs van genade.

Als het om volkomen oordeel gaat, moet dat mensen treffen die God niet kennen en Hem niet aanroepen en die zich hebben vergrepen aan Zijn volk (Jr 10:25). Als het oordeel al zo zwaar is over hen die dicht bij Hem zijn, hoe zwaar moet het dan zijn over hen die Hem verwerpen (Sp 11:31; vgl. 1Pt 4:17).

Copyright information for DutKingComments