Jeremiah 14:11-12

Het antwoord van de HEERE is oordeel

In Zijn antwoord op de roep van Jeremia wijst de HEERE op het rondzwerven van het volk (Jr 14:10). Het is een hard antwoord. Ze hebben in hun liefde voor andere goden hun voeten niet gespaard, maar die gebruikt om hun goden achterna te lopen. Dat is de reden dat Hij geen behagen in hen heeft. En omdat ze daarin volharden, denkt Hij aan hun ongerechtigheid en straft Hij hun zonden. Jeremia mag niet voor het volk bidden, want dat heeft geen zin (Jr 14:11).

Voor de derde keer wordt Jeremia verboden om voor het volk te bidden (Jr 7:16; Jr 11:14). Door hun besliste ongehoorzaamheid zijn ze niet meer te helpen. Voorbede is een belangrijke taak van een profeet, maar het is Jeremia niet toegestaan om in die noodlottige tijd voorbede te doen. Hij houdt te veel van hen om hen op hun eigen zondige wegen te laten gaan en daarom zullen ze Zijn tucht moeten voelen. Daarom zegt Hij dat Jeremia niet voor het volk moet bidden.

In het Nieuwe Testament lezen we over zonde tot de dood en dat daarvoor niet moet worden gebeden (1Jh 5:16b). Als tucht wordt veracht en de Geest van genade wordt gesmaad, komt er een tijd dat het te laat is voor smeekbede of voorbede. Als laatste daad van de heilige Godsregering wordt de dwalende weggedaan en wordt de zaak behandeld voor de rechterstoel van Christus (vgl. 1Ko 11:30). Zo is het ook hier met Israël. Het is er te laat voor om alleen genade uit te oefenen. Ze moeten nu de volle regering van God leren kennen.

De HEERE luistert niet naar het geroep van Zijn volk, ook al zijn ze aan het vasten (Jr 14:12). Zelfs in hun offers heeft Hij geen behagen. Al hun vasten, bidden en godsdienstige activiteiten zijn waardeloos. Noch vasten noch offers kunnen het volk weer in Gods gunst terugbrengen, zolang zij zich voor de afgoden neerbuigen. De HEERE zoekt boven alles naar waarheid in het hart. Als dat ontbreekt, zijn uiterlijke tekenen van berouw nutteloos. In plaats van behagen in hen te scheppen gaat Hij een einde aan hen maken door zwaardere oordelen dan droogte, namelijk oorlog (het zwaard), gebrek (honger) en ziekte (pest). De combinatie van deze drie oordelen komt meerdere keren in het boek voor (Jr 14:12; Jr 21:7; 9; Jr 24:10; Jr 27:8; 13; Jr 29:17-18; Jr 32:24; 36; Jr 34:17; Jr 38:2; Jr 42:17; 22; Jr 44:13).

Copyright information for DutKingComments