Jeremiah 15:1

Geen gebed voor Juda

Hier komt het antwoord van de HEERE op de vorige ‘waaromvraag’ (Jr 14:19). Het is weer een hard antwoord (Jr 15:1). Het gebed van een rechtvaardige vermag veel, maar in dit geval zal voorbede van de meest invloedrijke Godsmannen, mannen van gebed, niet baten voor een volk dat zozeer van de HEERE is afgeweken. Mozes en Samuel hebben beiden bij God gepleit voor het volk (Ex 32:6; 11-14; 1Sm 7:9; 1Sm 12:23) en Hij heeft hun gebeden verhoord (Ps 99:6-8). Maar met een dergelijk volk zoals het nu is, kan Hij niet van doen hebben.

De HEERE zegt tegen Jeremia dat hij, in plaats van voor hen te bidden dat Hij hen zal aannemen, hen moet wegsturen van voor Zijn aangezicht. In plaats van hen in gebed voor Gods aangezicht te brengen wil Hij hen niet meer zien, ze moeten weggaan. Als God iemand niet meer wil zien, is dat een vreselijk oordeel. Zo iemand wordt overgegeven aan de dood.

Copyright information for DutKingComments