‏ Jeremiah 15:19

Berisping van God en bemoediging

De HEERE antwoordt Jeremia op zijn klacht dat hij moet terugkeren naar Hem als hij zijn vertrouwen in Hem in enige mate is kwijtgeraakt. Jeremia moet zich bekeren. Hier zien we de bekering van iemand die al bekeerd is. Als een gelovige afwijkt van de weg van vertrouwen op de Heer, moet hij zich van zijn dwaalweg bekeren en terugkeren naar de Heer.

Het antwoord van de HEERE is weer een correctie op de houding van Jeremia. Jeremia moet tot inkeer komen, anders kan de HEERE niet met hem verdergaan. Als hij terugkeert, dat wil zeggen ernaar verlangt de HEERE weer te vertrouwen, zal Hij Jeremia tot Zichzelf terug laten keren. Hij zegt hem Zijn hulp toe. Dan zal hij weer voor Zijn aangezicht staan.

In Gods tegenwoordigheid kan Jeremia het kostbare van het waardeloze afscheiden en het juiste besef hebben van goed en kwaad. Met “wat kostbaar is” worden de woorden bedoeld die de HEERE heeft gesproken. Met “wat waardeloos is” worden de woorden bedoeld die hij als zwak mens verwijtend tot de HEERE heeft gesproken. Als hij weer weet wat kostbaar is, zal hij in staat zijn als de mond van de HEERE te zijn.

De toepassing is dat wij altijd het goede van het kwade, het kostbare van het waardeloze moeten scheiden. De satan zal altijd proberen dat te vermengen. En hoe is hem dat in de christenheid gelukt. De gelovige kan door de Geest van God weten wat kostbaar is, wat in overeenstemming met Gods Woord is en zich daarmee bezighouden.

Wat het volk betreft, zij moeten zich bij Jeremia voegen en ook voor de HEERE gaan staan. Jeremia mag in geen geval tot het volk terugkeren, dat wil zeggen zich zo uiten en gedragen als zij doen en wat hij zojuist in zijn verwijten heeft gedaan. We moeten Jeremia het maar niet al te zeer kwalijk nemen. Hij is een gekwelde man door alles wat hij om zich heen ziet, terwijl hij ook de totale onwil van het volk waarneemt om ook maar enigszins naar zijn boodschap te luisteren. Het volk is gevoelloos en gaat gewoon door met hun kwalijke praktijken. Daardoor is hij even de weg kwijt en daarom moet hij terug naar de HEERE en Zijn woorden weer gaan spreken.

Eenmaal bij de HEERE, in Zijn tegenwoordigheid en dienst, mag er geen terugkeer zijn naar de ontrouwen en geen aanpassing aan de eigenzinnige verlangens van een volk dat ongehoorzaam is aan Gods Woord. De getrouwen moeten worden opgeroepen zich van dat volk af te zonderen en ook in de tegenwoordigheid van de HEERE te komen. We zien hier ook dat de getrouwe het ontrouwe volk niet veracht, maar in zijn hart de pijn voelt van de positie waarin het ontrouwe volk zich bevindt.

De HEERE herhaalt Zijn toezegging die Hij Jeremia bij zijn roeping heeft gedaan (Jr 15:20; Jr 1:18-19). Hij bemoedigt hem dat Hij hem tot een onneembare vesting zal maken. Elke strijd tegen hem zal zinloos zijn, want de HEERE is met hem, om hem te verlossen en te redden. Hij redt uit de hand van de kwaaddoeners en verlost uit de greep van de geweldplegers (Jr 15:21). Alle vijanden van Jeremia zijn machteloos tegenover de HEERE van de legermachten.

Copyright information for DutKingComments