Jeremiah 20:12

Jeremia klemt zich aan de HEERE vast

Plotseling werpt Jeremia zich op de HEERE (Jr 20:11). Ineens ziet hij Hem als “een machtige Held” Die met hem is. In de krachtige taal van het geloof meet hij de kracht van zijn tegenstanders niet af aan zijn eigen kracht maar aan die van de HEERE. Zij zullen struikelen en niet in hun voornemen slagen, machteloos als ze zijn tegenover de machtige Held. Ze zullen ook beschaamd worden, want hun handelwijze is niet verstandig omdat die zonder de HEERE is, ja, zelfs tegen Hem ingaat. Hun lot is in eeuwige smaad die ze nooit zullen vergeten, die ze zich dan ook altijd bewust zullen zijn.

Jeremia kent de HEERE als “de HEERE van de legermachten”, als Degene Die boven alle aardse en hemelse machten staat (Jr 20:12). Hij weet dat de HEERE hem als een rechtvaardige kent en zijn hele innerlijk ziet. Daarom bidt hij met vrijmoedigheid of de HEERE hem Zijn wraak op zijn tegenstanders zal laten zien. Hij heeft immers zijn rechtszaak aan Hem bekendgemaakt en is niet als eigen rechter opgetreden.

Die gedachte brengt zelfs de oproep tot een lofzang in hem naar boven (Jr 20:13). Hij ziet in geloof de redding van zijn ziel uit de hand van de kwaaddoeners als het resultaat van zijn gebed. Hij laat anderen delen in de blijdschap over deze uitredding en roept hen op voor de HEERE te zingen en Hem te prijzen.

Copyright information for DutKingComments