Jeremiah 22:10-12

Het lot van Sallum (Joahaz)

In de volgende verzen spreekt Jeremia het oordeel uit over iedere zoon of kleinzoon van Josia die heeft geregeerd. Sallum (of Joahaz) is de eerste zoon over wie hij het oordeel uitspreekt (Jr 22:10-12); hij heeft slechts enkele maanden geregeerd. Daarna volgt het oordeel over Eljakim (of Jojakim) (Jr 22:13-19), die door de farao koning is gemaakt en tien jaar heeft geregeerd. Na Jojakim wordt zijn zoon Chonia (of Jojachin), een kleinzoon van Josia, koning; hij wordt al na enkele maanden naar Babel weggevoerd. Ten slotte volgt het oordeel over de derde zoon van Josia, Mattanja of Zedekia, de laatste koning van Juda.

Jeremia zegt tegen het volk als geheel, dat ze niet hoeven te wenen over een dode en dat ze hem niet hoeven te beklagen (Jr 22:10). Hierbij kunnen we denken aan de dood van de Godvrezende koning Josia, die in 609 v.Chr. bij Karchemis gedood is (2Kn 23:29-30; 2Kr 35:25; Zc 12:11). Die is in elk geval in het land begraven, in afwachting van de komst van de Messias.

Ze kunnen beter wenen over hem die “weggegaan is”, dat is Sallum. Sallum is door farao Necho achttien jaar eerder weggevoerd naar Egypte, vanwaar hij niet zal terugkeren om zijn geboorteland te zien (2Kn 23:31-34). Sallum is de vierde zoon van Josia (1Kr 3:15). Het volk heeft hem tot koning gekozen (2Kn 23:30b; 2Kr 36:1). Hij is een volle broer van Zedekia. Hun moeder is Hamutal.

De HEERE legt grote nadruk op de afkomst en positie van Sallum (Jr 22:11). Hij is de zoon van de Godvrezende Josia, maar heeft geen deel aan diens Godvrezendheid. Hij is ook “de koning van Juda”, wat hem een grote verantwoordelijkheid geeft om over Gods volk volgens Gods wetten te regeren. Hij houdt echter geen rekening met God, maar doet “wat slecht was in de ogen van de HEERE” (2Kn 23:32). Dat maakt zijn ontrouw tegenover Hem zo groot, al heeft hij slechts drie maanden geregeerd en dat maakt het oordeel van de HEERE zo rechtvaardig. Sallum is uit deze plaats vertrokken, afgevallen van zijn voorrechten. Hij zal daar niet naar terugkeren, want het oordeel over hem is definitief.

Nog eens onderstreept de HEERE het definitieve karakter van het oordeel (Jr 22:12). Sallum zal in het land van zijn ballingschap sterven en Gods land niet meer zien. Mogelijk hebben sommigen gehoopt dat deze zoon van de Godvrezende Josia zou terugkeren om hen te bevrijden, maar een dergelijke hoop is zonder enige grond.

Copyright information for DutKingComments