Jeremiah 29:10

Zeventigjarige ballingschap

De HEERE heeft de tijdsduur van de ballingschap voor Zijn volk bepaald (Jr 29:10; Jr 25:11-12). Die periode zal niet overschreden worden. Na zeventig jaar zal Hij naar hen omzien. Dan zal Hij Zijn goede woord gestand doen en hen terugbrengen naar Jeruzalem. Hij kent Zijn gedachten over Zijn volk. Het zijn goede gedachten, gedachten van vrede en niet van kwaad.

Zijn gedachten die Hij meedeelt, gaan over de toekomst van Zijn volk waarmee Hij hun hoop wil geven (Jr 29:11). Hij kent die gedachten, het houdt Hem bezig en Hij voert ze uit. Kennen wij Zijn goede gedachten over ons ook? Vertrouwen wij ons eraan toe? Er is voor ons een hoopvolle toekomst “door [de] opstanding van Jezus Christus uit [de] doden” (1Pt 1:3).

Vertrouwen op de goedheid van de HEERE zal blijken uit het aanroepen van en bidden tot Hem (Jr 29:12). Hij zal daarnaar luisteren. Hij laat Zich vinden door wie Hem zoekt en naar Hem vraagt met zijn hele hart (Jr 29:13). De tempeldienst is niet bemiddelend nodig om tot Hem te naderen en de valse profeten zijn daarvoor al helemaal niet nodig.

Wanneer iemand met een oprecht hart tot Hem nadert, zal Hij luisteren en verhoren. Ze mogen zich verlaten voelen, maar Hij zal Zich laten vinden als ze Hem in geest en in waarheid zoeken (vgl. Jh 4:23-24). De HEERE verbindt de bevrijding uit de ballingschap hier aan het gebed van Zijn volk, dat ver verwijderd van de tempel tot Hem wordt gebeden (Jr 29:14; 1Kn 8:46-51). Hoe dit werkt, zien we in wat Daniel doet (Dn 9:2-3).

Het merendeel van het volk zal de bevrijding niet meemaken, het zijn vooral de jongeren onder hen. Toch worden ook de ouderen ertoe opgeroepen om ervoor te bidden. Daardoor kunnen ze laten zien dat ze de HEERE vertrouwen dat Hij Zijn Woord zal waarmaken en zullen ze de jongeren stimuleren om ook te bidden en te vertrouwen op Zijn toezeggingen voor de toekomst.

Copyright information for DutKingComments