Jeremiah 29:27

Veroordeling van Semaja

Er is ook een woord voor Semaja, de Nechelamiet (Jr 29:24). Deze man heeft brieven geschreven in zijn eigen naam en vanuit Babel naar Jeruzalem gestuurd. In die brieven richt hij zich tot het volk en de priesters (Jr 29:25). Vooral de priester Zefanja spreekt hij aan om zijn taak als opzichter in het huis van de HEERE waar te nemen, een taak die deze heeft gekregen in plaats van de priester Jojada (Jr 29:26). Hij wijst de priesters erop dat zij, vanwege hun verantwoordelijkheid, verplicht zijn om iedereen die de krankzinnige gedachte heeft een profeet te zijn (vgl. Hs 9:7b) in de gevangenis te gooien en zo te ketenen dat hij onmogelijk nog tot het volk kan spreken.

Als dit dan zo is, waarom laten ze dan die krankzinnige Jeremia vrij rondlopen (Jr 29:27)? Die man geeft zich uit voor een profeet die het nota bene gewaagd heeft een brief naar hen in Babel te sturen met daarin de boodschap dat ze daar lang zullen blijven en er huizen moeten bouwen en tuinen moeten aanleggen om de vrucht ervan te eten (Jr 29:28). Zo’n man moet toch de mond worden gesnoerd, zodat hij zijn leugenpraat niet verder kan verspreiden? De priester Zefanja leest Jeremia de brief voor (Jr 29:29). Waarom hij dat doet, is niet duidelijk. Is het om hem te intimideren, of is het om hem te waarschuwen?

Na dit woord van een mens komt het woord van de HEERE tot Jeremia (Jr 29:30). Jeremia moet namens Hem alle ballingen een nieuwe boodschap sturen, dit keer over Semaja (Jr 29:31). Daarin verklaart de HEERE hoe het werkelijk is. Semaja heeft geprofeteerd, maar heeft dat op eigen initiatief gedaan. De inhoud van zijn profetie is leugen en de uitwerking ervan is dat het volk op leugen vertrouwt en niet op het woord van de HEERE.

De HEERE verklaart dat Hij Semaja en ook zijn nageslacht zal straffen (Jr 29:32). De straf is zwaar. Hij zal niemand hebben die tot Gods volk behoort en er deel van uitmaakt. Zelf zal hij “niet het goede zien” dat de HEERE aan Zijn volk zal doen. Dit “goede” wordt in de volgende hoofdstukken, Jeremia 30-33, nader verklaard. Semaja staat er zelf helemaal buiten, maar ook zijn nageslacht. De weg van God af ga je nooit alleen. Zijn nageslacht deelt in dat lot omdat zij zelf ervoor hebben gekozen gehoor te geven aan de oproep van hun vader om afvallig te worden van de HEERE.

Copyright information for DutKingComments